John Bassant en Marianne Bassant-Hensen (red.) - Mensenwerk

7 Justitiabelen

7.6 Waar kom je als sociaal werker justitiabelen tegen? Je kunt op veel plekken in het sociale domein in aanraking komen met jeugdigen en volwassenen die te maken hebben (gehad) met justitie, of langs de grens gaan. We laten enkele van deze werkplekken de revue passeren: van ambulant werken in de wijk tot in- tramurale forensische behandeling. Voor het overzicht is een onderscheid gemaakt tus- sen jeugdigen en volwassenen, hoewel de scheiding niet zo strak getrokken kan worden. De uitgangspunten komen vaak overeen, ook al verschillen de accenten. 7.6.1 Werken met jeugdigen De eindverantwoordelijkheid voor alle vormen van jeugdhulp en -bescherming ligt bij de gemeenten. De uitvoering wordt uitbesteed aan diverse instellingen die ieder een eigen aanbod hebben, van signaleren en tegengaan van grensoverschrijdend gedrag en crimi- naliteit tot de uitvoering van detentie en het daarbij behorende veiligheidsbeleid. Onder- staand gaan we eerst in op de wijkgerichte benadering. Daarna nemen we een kijkje in een justitiële jeugdinrichting, waar de jongeren naast straf ook hulp krijgen ter voorbereiding op de terugkeer in de samenleving. Daarna stappen we over op het werken met volwas- senen: bij de reclassering, in de begeleiding van zedendaders en in een longstay-afdeling voor mensen die na een tbs niet kunnen terugkeren naar de samenleving. De wijkgerichte benadering Met de stelselherziening van 2015 en de grotere nadruk op welzijn en zorg dicht bij de burger is de rol van de wijkteams belangrijker geworden. In de wijk, midden in het dage- lijks leven, pikken sociaal werkers vaak als eersten de signalen in een buurt of gezin op. Hierbij speelt de jeugd- of gezinsbegeleider – als ‘ogen en oren’ van de wijk – een belang- rijke rol, zoals ook te lezen is in de casus van Omar Sirre aan het begin van dit hoofdstuk. De benadering is laagdrempelig, zit dicht op de leefwereld van de jongeren en heeft veelal een goed zicht op eventuele spanningen in en tussen groepen. Naast contacten op straat worden ook gezinsbezoeken afgelegd, bijvoorbeeld als een jongere problemen veroorzaakt of signalen geeft dat het niet goed gaat thuis. De wijkwerker tracht zo veel mogelijk samen mét de cliënt en diens netwerk de problematiek in kaart te brengen en te komen tot oplossingen. Als de casus te complex is, kan worden opgeschaald naar de tweede lijn voor specialistische hulpverlening, of zo nodig ook naar justitie. Dit vraagt om een nauwe afstemming tussen welzijn, zorg en dwang, bijvoorbeeld via het in para- graaf 7.4 beschreven Veiligheidshuis. De aanpak om te voorkomen dat jongeren die de fout in zijn gegaan daadwerkelijk een criminele carrière opbouwen, kan variëren van talentgerichte projecten tot een hulp- verleningstraject of tot taak- of leerstraffen, afhankelijk van de situatie. We geven twee voorbeelden: talentgericht werken en de Halt-straf.

158

Made with FlippingBook - Online magazine maker