John Bassant en Marianne Bassant-Hensen (red.) - Mensenwerk
5 Verslaafden
Concluderend gaat het bij een verslaving om gedrag (zoals gokken) of alcohol- en drugs- gebruik dat je eigenlijk niet wilt, maar dat je toch doet en dat moeilijk onder controle kan worden gebracht. Je hebt het middel of het gedrag nodig om je goed te voelen of te kunnen functioneren, terwijl het tegelijkertijd ook problemen oplevert. Dubbelheid en gebrek aan zelfcontrole kenmerken verslaving Opvallend is de dubbelheid waarin de verslaafde zit: je doet iets wat je eigenlijk niet wilt. Deze dubbelheid wordt in de verslavingszorg ‘ambivalentie’ genoemd: er zitten voor- en nadelen aan zowel stoppen als gebruiken. Als je ‘gewoon kunt stoppen’ met drinken, drugs, roken of internetten, ben je dus niet verslaafd. Een belangrijk kenmerk van verslaving is juist de verminderde, of zelfs bescha- digde, zelfregulering (Van der Stel, 2012). Stoppen is heel erg moeilijk, het is vaak alles of niets. Daarin verschillen verslaafden van gebruikers die met enige moeite wel kunnen matigen. Als er sprake is van afhankelijkheid, is de moeite met het verslavende middel vaak blijvend. Dat komt omdat de hersenen zijn veranderd door de verslaving. Bij verslaving zijn zelfsturing en zelfcontrole lastig, vaak ook op andere gebieden dan het middel. Een terugval komt veel voor, ook al wil je dat niet. De kunst is om dan niet te denken dat het hopeloos is. Velen lukt het onder controle brengen van de verslaving op den duur steeds beter. Volledig herstel is mogelijk. Niet alle gebruikers raken verslaafd Niet alle gebruikers van alcohol en drugs raken verslaafd. Dat heeft te maken met een ge- netische kwetsbaarheid, het aanbod van middelen, omgevingsfactoren, persoonlijkheid, opleidingsniveau, de aanwezigheid van psychische stoornissen zoals ADHD, trauma’s, angsten en depressies, een verstandelijke beperking en gezinsproblemen en opvoedings- stijl: ouders die alcoholgebruik bij kinderen (onder toezicht) toestaan, verhogen bijvoor- beeld de kans op een verslaving. Verslavingsproblemen worden vaak ontkend of juist overdreven In alle sectoren van zorg en welzijn kom je verslavingsproblemen tegen, maar vaak wor- den die niet opgemerkt. Dat de verwardheid, angst of valpartijen bij een oudere cliënt te maken kunnen hebben met een alcoholverslaving bedenk je vaak niet. Toch neemt alcoholverslaving bij ouderen toe en het aantal oudere cliënten in de verslavingszorg stijgt (Bovens, Van Etten & Weingart, 2013). Het gebruik van cannabis en alcohol bij jongeren neemt wat af, maar ook hier zijn er nog veel problemen, vooral met ‘bingedrinkers’, jongeren die veel in één keer gebruiken. Jongeren die te maken krijgen met jeugdzorg hebben vaker verslavingsproblemen. Veel hulpverleners hebben hier een blinde vlek voor, omdat gebruik van alcohol (en sommige drugs) als normaal onderdeel van jongerenculturen wordt gezien.
108
Made with FlippingBook - Online magazine maker