Inkijkexemplaar_Onstenk_Geïntegreerd pedagogisch handelen

1 ❱ Pedagogisch handelen in voortgezet en beroepsgericht onderwijs

parallel aan het onderwijs. Maar daarnaast gaat het hier om een principieel, normatief, pedagogisch en filosofisch onderbouwd uitgangspunt: een mens is vanaf de geboorte al subject en persoon. Als mens hebben leerlingen de mogelijkheid en het recht keuzes te maken en daar verantwoordelijkheid voor te dragen. De mate en kwaliteit daarvan worden beïnvloed door hun eerdere ontwikkeling (cognitief, emotioneel, sociaal, enzovoort) en door randvoor waarden (bijvoorbeeld breinontwikkeling), maar het principe blijft overeind. Subject-zijn impliceert dat leraar en leerling beiden de mogelijkheid hebben keuzes te maken en daar verantwoordelijkheid voor te dragen. De leraar draagt een bepaalde verantwoordelijkheid voor de situatie, die betrekking heeft op het oplossen van mogelijke frictie die ontstaat tussen wat de leraar voor ogen heeft en wat de leerling wil (Wassink & Bransen, 2020). Zonder dat vastligt wat de goede oplossing precies is. Je kunt niet precies voorspellen wat er zal gebeuren, want de leerling kan en zal in veel gevallen anders reageren dan je bedoeld of verwacht had. Het ‘te vormen subject’ is altijd een ‘zich vormend subject’, dat altijd op een of andere manier weerstand biedt aan wat de pedagoog hem of haar zegt te doen (Meirieu, 2021). Kern van de pedagogiek is volgens Meiri eu dan ook een spanningsrelatie: je ontmoet iemand die afhankelijk is van jou en van wie ‘iets’ gemaakt moet worden, maar op wiens vrijheid jouw wil geen greep heeft. In die zin is weerstand een wezenlijk deel van de pedagogiek. Om met dit spanningsveld om te gaan moet in elke pedagogische situatie een balans gevonden worden tussen het principe van de vrijheid en het principe van de op voedbaarheid. Daarmee is pedagogisch handelen principieel open en complex. Bij het pedagogisch handelen komt de rol van de leraar als evenwichtskunste naar (Dieleman, 2007) duidelijk naar voren. Het is bij uitstek het terrein waarop leraren telkens weer voor grote en kleine dilemma’s worden gesteld, en waar zij worden geconfronteerd met verschillende mogelijkheden, die elk voor- en nadelen hebben. De leraar moet kiezen, mogelijkheden combineren of tussen alternatieven balanceren. Hoe je daar als leraar mee om kunt gaan, komt met name in hoofdstuk 3 aan de orde (pedagogische tact). Leraren weten allang dat hun leerlingen personen/subjecten met een eigen wil zijn. Leerlingen kunnen onverwacht reageren, erg van elkaar verschillen en andere keuzes maken dan gewenst of gehoopt. Soms zie je dat als leraar vooral als weerstand, en deze leerlingen als ‘lastig sujet (persoon)’, en soms zie je dat ze worstelen met hun levenskeuzes. Maar ook halen veel leraren vol doening uit boeiende verschillen tussen leerlingen, en de manier waarop een leerling ‘uit de hoek kan komen’. Ze genieten ervan leerlingen te zien groeien

1.2.3 De praktijkuitdaging

30

Made with FlippingBook flipbook maker