Inkijkexemplaar_Onstenk_Geïntegreerd pedagogisch handelen

1.2 ❱ Kwalificatie, socialisatie, persoonswording

mans, 2012; Onstenk & Van Veldhuizen, 2017). Kort gezegd komt het er bij de affordances-agency-benadering op neer dat het plaatsvinden van leer- en ontwikkelingsprocessen afhangt van de wisselwerking tussen affordances en agency. Ook al zijn er tal van leermogelijkheden (affordances), georganiseerd en ongeorganiseerd, deze moeten wel voor de leerlingen toegankelijk zijn en gezien, gewaardeerd en benut worden. Een leerling kan motivatie of capaci teiten daarvoor (nog) missen, maar kan ook besluiten de mogelijkheden niet te benutten of anders te benutten dan de bedoeling is. Leerlingen kunnen de voorkeur geven aan de affordances van de stage boven die op school. Ze kun nen zelf op zoek gaan naar andere leermogelijkheden, bijvoorbeeld via sociale media. Of op school heel andere affordances zien, bijvoorbeeld de aanwezig heid van andere leerlingen voor het aangaan van vriendschappen of relaties. Persoonswording Persoonswording is een ander soort doel dan socialisatie of kwalificatie in de zin dat er geen concrete einddoelen aan gekoppeld kunnen worden, maar wel een doelrichting. De school heeft tot taak kwalificerings- en socialiserings processen zo te laten verlopen dat elk kind of jongere op eigen wijze in de (school)wereld tevoorschijn kan komen als uniek subject ofwel persoon (Pols, 2019). Het gaat niet om de vorming van de persoon op basis van vooraf gefor muleerde ideeën en idealen – het socialiseren –, maar om het ondersteunen van kinderen en jongeren om als vrij, verantwoordelijk en volwassen subject in de wereld te willen staan (Biesta, 2015a, 2015b). Persoonswording heeft be trekking op vrijheid, keuzes, de goede wil, deugden, ethisch en moreel hande len, verantwoordelijke autonomie en democratie. Biesta (2018b, p. 20) defini eert vrijheid als volgt: ‘Vrijheid – of nauwkeuriger: volwassen vrijheid – is het steeds mee laten wegen van de vraag of dat wat je wilt doen, wat je verlangt of wat je verlangt te doen, gaat helpen bij goed leven en goed samenleven.’ Het gaat om vragen als: Hoe ben ik? Wat doe ik? Hoe wil ik zijn als burger, beroepsbeoefenaar, of mens? Het gaat om het toerusten en uitdagen van leer lingen om eigen keuzes te maken, eigen gedachten en opvattingen te vormen en na te denken over de vraag wat te doen met de verworven competenties en identiteit. Het is het meest ambitieuze en wellicht belangrijkste doeldomein van het onderwijs, maar ook het meest onzekere; je weet nooit of er iets wordt bereikt en wat er wordt bereikt, of wat de leerling doet met de vrijheid. Dit is het ‘prachtige’ risico waar Biesta (2015a) over schrijft. Persoonswording heeft betrekking op de ontwikkeling van de leerling tot een autonoom en verantwoordelijk persoon. Volgens Van der Ploeg (2022) is per-

27

Made with FlippingBook flipbook maker