Handboek Doeltaaldidactiek - Sebastiaan Dönszelmann

1.1 | Doeltaal begrijpelijk maken

als een goede versie van je langzame opnames terug. Beeld je in dat je als luisteraar de taal op A2- of B1-niveau beheerst. Wat valt je op? Þ Zeg eens (geen) ‘euh’. Geef een korte uitleg, bijvoorbeeld de routebeschrij ving naar je huisadres of de uitleg van een taalregel, zonder ‘euh’ te zeg gen of andere stopwoordjes te gebruiken. Je zult merken dat je nu auto matisch langzamer en meer overwogen spreekt. De meeste docenten die de oefening doen, merken ook dat ze opeens kernachtiger spreken, wat natuurlijk voor de begrijpelijkheid ook geen kwaad kan en zelfs tijdwinst oplevert! En zo is langzamer dus eigenlijk in de praktijk sneller. Þ Observeer. Ook belangrijk voor de bewustwording: neem je eigen les op en luister vervolgens naar jezelf. Hoe snel spreek je? Kun je jezelf goed verstaan? Zijn er bepaalde lesdelen waar het goed lukt en andere waar je te veel tempo maakt om nog iets te kunnen opsteken van je doeltaal gebruik? Bezoek ook eens de les van een collega die de doeltaal inzet; liefst een collega van een andere taal zodat je meer ‘met de oren van een leerling’ naar tempo en begrijpelijkheid luistert. Þ De directe rede. Bereid een instructie heel goed voor in, wat ook wel ge noemd wordt, de ‘directe rede’: bedenk letterlijk welke woorden je wilt gebruiken voor een uitleg, opdracht of vraag aan de leerlingen. Oefen dat meerdere keren voor de spiegel of neem jezelf op. Zorg voor rust, ga na of je niet allerlei overbodigs zegt, beeld je eventuele reacties van leerlingen in waarop je dan weer een eigen reactie formuleert. Het zal tijdens je les natuurlijk net iets anders verlopen, maar deze voorbereiding zorgt wel voor een rustige en gesegmenteerde uitspraak. Een goede voorbereiding in de directe rede neemt veel ruis weg, verlaagt de snelheid, maakt jou zekerder en voorkomt zijwegen en stopwoordjes. Þ Vraag het je leerlingen . Kunnen jouw leerlingen je volgen? Herkennen ze de woorden die je gebruikt? Of begrijpen ze alleen je instructie maar omdat ze ‘wel zo’n beetje weten wat je bedoelt’ (in dat geval wordt er ver moedelijk géén taal bijgeleerd). Vinden ze het lastig te herkennen wat je zegt en met welke woorden? Zeg dan eens hetzelfde maar langzamer en gesegmenteerd. Gaat dat al beter? Þ Parafraseren of herhalen? Als leerlingen aangeven dat zij hun docent niet goed begrijpen, maken docenten nog weleens de inschattingsfout om te gaan parafraseren: met ándere woorden hetzelfde zeggen. In maar een deel van de situaties blijkt dit het begripsprobleem te verhelpen. Zeker op lagere niveaus ervaren leerlingen vooral nóg meer onduidelijkheid wanneer ze weer ándere nieuwe woorden horen dan de uiting die ze ook al niet begrepen. Veel begripsproblemen worden al opgelost door eerst hetzelfde nog eens te zeggen, maar dan langzaam en gesegmenteerd.

39

Made with FlippingBook Digital Proposal Maker