Doelgericht onderwijs ontwerpen - Bakx, Ros en Bolhuis

1.3 | Stappen van doelgericht onderwijs ontwerpen

Isis zegt helemaal niks, zij zit alleen te kijken. De juf vraagt welk dier de kin deren willen maken. De meeste kinderen hebben al een idee. Leander wil een grote haai maken, Alicia een kwal en Arend en Janne een zeepaardje. De kinderen mogen met elektriciteitsdraad, dun ijzerdraad en gekleurde klei een zeedier gaan maken. Ze zijn al een week bezig met het thema ‘zee’: ze hebben er prentenboeken over gelezen, ze hebben over de zee getekend en er woorden over geleerd. Het tekenen is vooral vanuit de fantasie gedaan en juf Ineke wil graag dat de kinderen ook driedimensionaal werken naar aanleiding van echte beelden. Juf Ineke heeft voor deze opdracht gekozen omdat de kinderen dan voor (beeldende) problemen komen te staan: hoe gaan ze het dier maken dat ze willen maken? Waar gaan ze beginnen? Hoe bevestigen ze de materialen aan elkaar? Hoe gaan ze om met problemen die ze ‘tijdens de rit’ tegenko men? Kunnen ze inschatten hoeveel draad ze nodig hebben om iets te ma ken? Hoe geven ze hun eigen 3D-vertaling van de foto’s? Daarnaast hoopt Ineke dat de kinderen van elkaar leren en ideeën opdoen. Leander gaat meteen aan de slag. Hij draait en buigt en roept intussen wat hij ziet: ‘Kijk! Ik heb een vis gemaakt, met een dikke buik … kijk … en nu is het een haai!’ Arend buigt zijn elektriciteitsdraad een keer en besluit dat dit een prima uitgangspunt is. Hij pakt enthousiast drie verschillende kleuren klei en begint slangetjes te maken. Alicia praat in zichzelf: ‘Hoe zal ik dit nu eens vastmaken?’ Ze kijkt naar Leander die zijn haai aan het verstevigen is met de gekleurde klei. ‘Als ik het zo plak, dan zit het vast.’ Ineke vraagt zich af of ze moet voordoen hoe je de kleine stukjes ijzerdraad om de elektriciteitsdraad kunt draaien. Ze besluit nog even af te wachten. Dan ziet ze na een paar minuten Isis een stukje ijzerdraad pakken en het om de draad draaien; dit doet ze met verschillende stukjes ijzerdraad. Ineke vraagt aan Isis of ze aan de andere kinderen wil laten zien wat ze heeft gedaan. ‘Je moet het ervoor en dan weer erachter doen’, vertelt Isis. De anderen zijn enthousiast en een paar kinderen volgen haar idee. Leander maakt ogen met de ijzerdraadjes en plakt daar weer klei op. Alicia is ver schillende kleuren klei door elkaar aan het draaien waardoor een prachtig gemarmerd effect ontstaat. Leander doet haar gedreven na, maar na een paar minuten heeft hij vooral een flinke hoop bruingrijze klei over. Hij vindt het geen probleem. Als de werktijd om is, vraagt juf Ineke wie er wil vertellen over zijn zeedier. Kunnen de kinderen woorden geven aan wat ze hebben geleerd? Leander laat zijn bruingrijze haai zien. ‘Is het geworden wat je wilde maken?’, vraagt de juf. Leander is dik tevreden. ‘Als je alle klei door elkaar doet, wordt het zo.’ Alicia vertelt hoe zij haar kwal extra mooi maakte, net als op de foto’s. Als Ineke vraagt hoe je zo’n zeedier kunt maken, vertellen de kinderen dat je de stroomdraad moet buigen en draaien, terwijl ze het met hun handen voordoen.

31