DANS! - Heijdanus-de Boer, van Nunen, Hueskens (red.), Beers, Bouwmeester & Verhallen

1.4 | De contexten van dans

1.4.3 De educatieve context Dans in de educatieve context houdt in dat leerlingen leren van, over, en door dans. SLO omschrijft dans in de educatieve context als volgt: Vanuit materie, het lichaam, leren leerlingen zelf te dansen doordat ze de bewegings-en uitdrukkingsmogelijkheden van het lichaam ont dekken (coördinatie, spierbeheersing, oriëntatie in de ruimte, verfij ning en nuancering van eigen bewegingen). Leerlingen leren hun li chaam als instrument te gebruiken. Ze leren ordening aan te brengen tijdens het dansen. Ze leren de danselementen ruimte, tijd en kracht in te zetten. Deze elementen leren ze in een vorm te zetten. Leer lingen werken daarbij met vormgevingselementen zoals herhaling, contrast, articulatie en frasering. Gaandeweg leren kinderen beteke nis (zoals het verhaal of de functie) te ontlenen aan dansen of aan (eigen) dansen toe te voegen. Vanuit betekenis leert een leerling een persoonlijke verbinding te maken met een onderwerp of thema van dansen en bewegen, waardoor zijn dans zeggingskracht krijgt. Samenhang Dans is een kunstzinnige vakdiscipline waarbij het verkennen en uit voeren van vormen, structuren en ruimtelijke oriëntatie een centrale rol inneemt. Door in danslessen te werken met ruimtegebruik, vloer patronen, vormen, hoogtelagen, tellen, maatsoorten en ritmes kan de ontwikkeling in rekenen en wiskunde ondersteund worden. Een dansles kan de ontwikkeling van taalvaardigheid ondersteunen en vergroten. Dat kan in de vorm van (beschouwings)gesprekken zijn, maar ook wanneer leerlingen moeten samenwerken. Dans kan daar bij ook aansluiten bij leerinhouden en -activiteiten van andere leer- en vakgebieden. (SLO, 2019a) Dit handboek laat zien dat dans in het onderwijs niet op zichzelf staat. Er is een directe verbinding met de andere kunstvakken (beeldend, drama, mu ziek). Deze vakken hebben didactisch een aantal overeenkomsten: zowel in houdelijk als artistiek. Zo leer je bij kunstvakken goed kijken, (filosofische) vragen stellen en een onderwerp bekijken vanuit verschillende standpunten. Je leert hoe je dit onderwerp in een cultuurhistorische context kunt plaatsen, hoe je beteke nis kunt geven aan werk van jezelf en anderen, hoe je meer inzicht krijgt in andere kunstvakken, hoe je jezelf en/of je werk kunt presenteren en daarop kunt reflecteren. Ook met andere leergebieden zijn er raakvlakken en kan er inhoudelijke samenhang ontstaan. Leerlingen leren middels dans een vraagstuk, thema

29

Made with FlippingBook Learn more on our blog