Schrijven voor de wetenschap 2e druk - Daniel Janssen, Lucas van der Deijl, Henri Raven

1.6 • Redeneren in wetenschappelijke teksten

schappers schrijven in feite heel vaak dezelfde tekst, maar dan telkens met een iets andere inhoud. Dat komt doordat aan veel wetenschappelijke teksten een typische argumentatiestructuur ten grondslag ligt. Die structuur laat zich samenvatten in het volgende model.

Data/bevindingen

• Probleem: - praktisch - theoretisch - kennis

• Methode • Instrumentatie

• Analyse • Logische redeneringen • Voorbehouden

Onderzoeksvraag

Conclusies

Figuur 1.3 Redeneren in wetenschappelijk onderzoek

Wat staat hier? Onderzoek begint altijd met een probleem. Zo’n probleem is iets anders dan een vraag waarop we het antwoord zomaar even kunnen opzoeken. Vragen als ‘Hoe hoog is de Domtoren?’ of ‘Wanneer begon de Tweede Wereldoorlog?’ zijn geen wetenschappelijke problemen, omdat het antwoord al bekend is. We kunnen dat gewoon op Wikipedia naslaan. Verder eist de wetenschap van een wetenschappelijk probleem dat het in principe onderzoekbaar is. Een vraag als ‘Welke kleur hebben aliens?’ is dus niet geschikt als onderzoeksvraag. Net zomin als de (klassieke) vraag:

‘Bestaat God?’ Beide vragen zijn immers niet te onderzoeken. Goede onderzoeksvragen voldoen aan een aantal voorwaarden:

f Ze zijn relevant: beantwoording draagt bij aan actuele discussies in het vakgebied. f Ze zijn open geformuleerd: ja/nee-vragen zijn geen goede onderzoeksvragen.

f Ze zijn concreet, operationaliseerbaar, onderzoekbaar. f Ze zijn enkelvoudig, bevatten dus geen nevenschikkingen. f Ze zijn vrij van veronderstellingen en waardeoordelen.

De problemen die aanleiding geven tot onderzoeksvragen kunnen in de eerste plaats praktisch of theoretisch van aard zijn. Een voorbeeld van een praktische vraag is: ‘Hoe kunnen we de begrijpelijkheid van schoolboekteksten vergroten?’ Antwoord op deze vraag is van belang, omdat we daarmee schrijvers en uitgevers kunnen helpen betere educatieve teksten te maken. Een theoretisch gemotiveerde vraag is: ‘In hoeverre bepa len bronfactoren de overtuigingskracht van statistische en anekdotische evidentie?’

25

Made with FlippingBook - professional solution for displaying marketing and sales documents online