Nederlands in actie - Boer, Kamp en Pentermann
Hoofdstuk 5 Werk en beroepen 5.1 Intro 5.2 Teksten en vocabulaire
137 137 137
Opdracht 1 | Vocabulaire – Vooraf
Tekst 1 | Zij hebben een ‘mannenbaan’: ‘Frustrerend dat ze denken dat je als vrouw minder goed bent’
138 139
Vocabulaire
Tekst 2 | Deze mannen hebben een ‘vrouwenberoep’ (en vinden dat fenomeen onzin)
140 142 143 144 145 146 146 147 148 148 149 150 151 152 153 154 154 155 156 156 156 156 156 157 157 158
Vocabulaire
Tekst 3 | Van hoofd naar handen
Vocabulaire
Opdracht 2 | Schrijven – Verwerking van de teksten Opdracht 3 | Spreken – Over werk en beroepen praten
Opdracht 4-5 | Vocabulaire 5.3 Uitspraak – Zinsaccenten (2)
Opdracht 6 | Toepassingsvragen
5.4 Taalhandeling
Opdracht 7-8 | Spreken
5.5 Grammatica – Relatief pronomen (1)
Opdracht 9-11 | Grammatica
Opdracht 12 | Spreken – Competenties en beroepen kiezen Opdracht 13 | Schrijven – Een sollicitatiebrief schrijven
Opdracht 14-15 | Grammatica
Opdracht 16 | Spreken – Een beroep raden
Opdracht 17 | Liedje – De overkant
Opdracht 18 | Luisteren
5.6 Afronding
Opdracht 19 | Vocabulaire – Herhaling Opdracht 20 | Spreken – Kletsmomentje
Opdracht 21 | Grammatica – Onregelmatige werkwoorden (hoofdstuk 4 en 5)
In de praktijk
Reflectie
Vocabulaire hoofdstuk 5
Taalbiografie
161
Made with FlippingBook Annual report maker