Nederlands in actie - Boer, Kamp en Pentermann
Hoofdstuk 1 | Identiteit
Opdracht 4 Welke woorden horen bij elkaar? Maak combinaties van twee woorden. Kies uit:
spullen | tijdschrift | persoonlijk | onderzoek | medisch | gevoel | bezit | ziekenhuis | wetenschappelijk | publiceren
Opdracht 5 Vul het juiste werkwoord in. Kies uit:
bereiken | ergeren | schreeuwen | vliegen | zorgen | zingen
1 Als ik naar Zambia wil, moet ik meer dan negen uur _____________________. 2 Wil je dat lied nog een keer _______________________? Ik vind het zo mooi. 3 Ik wil me niet _______________________ aan al die spullen, maar ik doe het wel. 4 Wat wil je _______________________? Heb je een droom? 5 Stop! Wil je niet zo _______________________? Ik hoor je wel. 6 Kun jij voor mijn paard _______________________? Ik ben een weekend weg.
Vul het juiste substantief in. Kies uit:
droom | eigenschap | lawaai | leeftijd | oplossing | wereld
7 Gefeliciteerd, je bent nu dertig jaar, dat is een mooie ____________________. 8 We gaan een paar jaar op reis, we willen de hele ____________________ zien. 9 Wat een _______________________! Waar komt dat vandaan? 10 Aan welke _______________________ van jezelf heb je een hekel? 11 Dat is een vervelend probleem, maar voor elk probleem is een _______________________. 12 Ik had vannacht een bijzondere _______________________.
27
Made with FlippingBook Annual report maker