Samen opvoeden - Joris van Veen

1.3 • Begrippenkader: kennis van opgroeien en opvoeden

de stromingen, zoals de ecologische pedagogiek, gezinspedagogiek en orthope dagogiek. Die ‘zaken’ betreffen dan jeugdigen, hun ontwikkeling en het opvoe dingsproces dat plaatsvindt in opvoedingsrelaties binnen en buiten het gezin. Pedagogiek of opvoedkunde in brede zin is de wetenschap die de opvoe ding bestudeert. Een belangrijk onderdeel van die wetenschap is de ontwikke lingspsychologie, de kennis van het ontwikkelingsproces dat jeugdigen door maken. Kennis van de systeemtheorie en de sociale en omgevingspsychologie is tevens onontbeerlijk om het opvoeden en het opvoedproces te kunnen be grijpen. Pedagogiek is te definiëren als de toegepaste wetenschap die in kaart brengt hoe het proces verloopt dat zich tussen jeugdigen en volwassenen (ou ders en andere opvoeders) afspeelt en dat jeugdigen helpt en stimuleert om zich te ontwikkelen tot volwassenen die verantwoordelijkheid kunnen nemen voor zichzelf en voor anderen. De belangrijkste begrippen hebben betrekking op de doelgroep – of liever gezegd: de jeugdigen, hun ouders en het netwerk met wie professionals in het jeugddomein te maken hebben – en het doelgebied: de opvoeding en ontwik keling en alle problemen die zich daarbij kunnen voordoen. Om te beginnen: waar komt het woord ‘pedagoog’ vandaan? Dit woord is af geleid van twee Griekse woorden: pais en ago of agein . ‘Pais’ betekent kind. In de Griekse cultuur van ruim tweeduizend jaar geleden bedoelden ze daarmee alle jeugdigen en jongeren die nog niet de volwassen leeftijd hadden bereikt. In die tijd werden jongeren eerder als volwassen beschouwd dan nu, zo rond een jaar of 16. Vaak waren jongvolwassenen – dat wil in dit geval zeggen: jonge mannen – al op jeugdige leeftijd nodig om oorlog te kunnen voeren. ‘Ago’ of ‘agein’ betekent leiden, begeleiden (‘ago’ betekent: ik (bege)leid, ‘agein’ staat voor het werkwoord (bege)leiden). Het samengestelde woord ‘pais ago’ betekent dus zoiets als jeugdigen begeleiden op hun weg naar volwassenheid. Pedagogiek is in de afgelopen eeuw steeds meer een empirische wetenschap geworden die het moet hebben van onderzoek, waarnemingen, feiten en cij fers. In de jaren vijftig van de vorige eeuw waren professionals in het jeugddo mein verhoudingsgewijs veel meer georiënteerd op fenomenologie en filoso fie; ze bestudeerden bijvoorbeeld ‘het wezen van de eerste ontmoetingen die een kind heeft’ (Buytendijk, 1965). Sommigen vroegen zich zelfs openlijk af of opvoedkunde wel een empirische wetenschap zou kunnen zijn (Gielen & Strasser, 1964). 1.3.1 Pedagogiek

25

Made with FlippingBook. PDF to flipbook with ease