Samen opvoeden - Joris van Veen
1 • Samen opvoeden
Nu – ruim zestig jaar later – houden pedagogen zich expliciet bezig met tal van empirische studies. Ze bestuderen onder andere gedetailleerd het proces van hechting van kinderen in de basisschoolleeftijd, zoals Kerns en Richardson in Attachment in middle childhood (2005) of de neurologische gevolgen van kindermishandeling (Van IJzendoorn, 2010). De woorden ‘pedagoog’ en ‘pedagogiek’ roepen de vraag op wat het ver schil is tussen het dagelijkse opvoedingswerk van ouders en de professionele bijdrage die professionals in het jeugddomein kunnen leveren. Iedereen is op gevoed, dus iedereen weet in principe wat opvoeden is en wat het betekent om opgevoed te worden. Maar is iedereen ook opvoedingsdeskundige en een professional? Op de eerste vraag, wat het verschil is tussen het dagelijkse opvoedwerk van ouders en de professionele bijdrage daaraan van pedagogisch professio nals, komen we uiteraard terug. Op de laatste vraag kunnen we klip-en-klaar antwoorden: nee, niet iedereen die opgevoed is, is opvoedingsdeskundige. Een aantal mensen heeft uit de eigen opvoeding wijze lessen getrokken. Je zou ze ‘deskundigen’ kunnen noemen. Iemand met de nodige inzichten in het opvoeden. Maar met alleen ervaringskennis ben je nog geen professional. Pedagogisch professionals zijn wel opvoedingsdeskundigen. Ze zijn in staat om methodisch te werk te gaan, omdat ze op een systematische, bewuste, doelgerichte en navolgbare werkwijze een specifiek opvoedvraagstuk kunnen beantwoorden met het oog op een bepaalde doelstelling. En wat verstaan we dan onder het begrip opvoeden? In de Opvoedingscanon omschrijven de samenstellers René Diekstra en Milou van Hintum opvoeden als de invloed die mensen, bedoeld of onbedoeld, uitoefenen op de ontwikke ling van een kind (Diekstra & Van Hintum, 2010). Volgens deze definitie zou iedereen die bewust of onbewust invloed op jeugdigen uitoefent, een ‘opvoe der’ zijn. De vraag is of deze definitie niet wat al te simpel is. Want wie oefe nen er allemaal – bedoeld of onbedoeld – invloed uit op jeugdigen? Ouders natuurlijk. En leerkrachten. En andere belangrijke volwassenen in het leven van een kind, zoals crècheleiders, jeugdwerkers en familieleden. Daarnaast kunnen ook vrienden, de voetbaltrainer en de wijkagent grote invloed hebben op de ontwikkeling van jeugdigen. Zijn zij dan ook ‘opvoeders’? In het dagelijks spraakgebruik betekent opvoeden: jeugdigen grootbrengen, hen lichamelijk en geestelijk ‘vormen’. Dat gebeurt door hen te voeden (het woord ‘voeden’ is niet voor niets de kern van het woord ‘opvoeden’!), hen te 1.3.2 Opvoeding
26
Made with FlippingBook. PDF to flipbook with ease