In verbinding - De Vries, Gilzing (red.)

1.3 | Coördinatie: luisteren en vertalen

Joshua wordt snel boos en gooit soms met stoelen. Zijn meester Chris heeft al een aantal interventies geprobeerd, maar nu weet hij het ook niet meer. Hij brengt Joshua in bij de leerlingbespreking. Het klassenteam komt tot de conclu sie dat de situatie ernstig is: Joshua zelf heeft er last van, de docenten hebben er last van en de andere leerlingen hebben er natuurlijk ook last van. Er moet iets gebeuren. Vanaf hier neemt de intern begeleider of de pedagogisch ondersteu ner de casus over. Er wordt een geschikt trainingstraject gezocht voor Joshua. De organisatie van Zeynep lijkt de juiste expertise in huis te hebben. De intern begeleider vraagt de ouders om toestemming. Daarna gaat Joshua één keer per week naar Zeynep. Zeynep rapporteert aan ouders en school over de methode die zij inzet. In dit geval is sprake van coöperatie. Er wordt over en weer alleen informatie uitgewisseld. Coördinatie: luisteren en vertalen Een ander niveau van samenwerking is dat van coördinatie. Op dit niveau is er geregeld overleg en interactie tussen samenwerkingspartners. Dit biedt de mo gelijkheid om kennis te delen en elkaar te bevragen (Carlile, 2004). Wanneer kennis toegankelijk wordt, kunnen partners elkaars kennis ook inzetten in de eigen praktijk. Bijvoorbeeld: een vader merkt dat een bepaalde benadering werkt bij zijn puberdochter en de school probeert hier vervolgens bij aan te sluiten. Hiervoor is het nodig dat partners elkaars expertise vertrouwen en deze exper tise ook in gelijke mate erkennen. Geregeld contact maakt vervolgens de band sterker – er groeit iets van een alliantie (Gerdes et al., 2021). Ouders vervullen de rol van advocaat en vertaler voor hun kind (Gerdes et al., 2020a). Een logische stap vooruit binnen coördinatie is natuurlijk om ook juist jeugdigen zélf actief bij de samenwerking te betrekken. Doordat partners zich gaan bezighouden met de vraag wat een specifieke ondersteuningsbehoefte voor hun eigen praktijk betekent, heeft deze vorm van samenwerking impact op de organisatie van de leer- en leefomgeving. Bijvoor beeld: wanneer een specifieke leerling behoefte heeft aan een prikkelarme omge ving, zal binnen coöperatie een herriestopper ingezet worden of krijgt de leerling de beschikking over een speciale ruimte. Binnen coördinatie is het denkbaar dat partners gaan kijken hoe de leeromgeving zodanig kan worden georganiseerd dat er voor iedereen minder prikkels zijn. Is de indeling van het lokaal optimaal? Hoe is het gesteld met de groepsindeling? Hoe ondersteunt het rooster rust voor allen? Binnen het gezin en de hulpverlening zal op het niveau van coördinatie ook meer systemisch worden gekeken naar interventie. De vraag daarbij is tel kens: hoe kunnen we bij elkaar aansluiten?

1.3

25

Made with FlippingBook Digital Proposal Maker