Wat staat er op het spel? - Fons Klaase

1.2 • Normativiteit in het sociaal werk: enkele aspecten

om met mensen met een verstandelijke beperking? Hoe bejegenen verzor gers dementerende bejaarden en hoe bejegenen sociaal werkers ouders wier kinderen onder toezicht gesteld zijn (OTS)? Hoe gaan jongerenwerkers die outreachend werken om met die groep jongeren waarover in de buurt veel wordt geklaagd? Opdracht Hoe zou je de manier omschrijven waarop jij cliënten bejegent? In hoe verre ben jij daar zelf tevreden over? En wat vinden cliënten daarvan? Weet je dat? En je collega’s? Ethische vragen en dilemma’s Normativiteit gaat ook over vragen als: Waar halen we als sociaal werkers het recht vandaan om ongevraagd bij mensen aan de deur te komen? Hoe gaan we met de gegevens van cliënten om? Mogen we in een collegiaal overleg openlijk spreken over de sores van onze cliënten? In dergelijke gevallen kun nen we soms voor een ethisch dilemma komen te staan. ‘Di-lemma’ betekent letterlijk: twee-sprong. Soms moeten we in het werk een keuze maken tussen twee alternatieven die er beide even aantrekkelijk of onaantrekkelijk uitzien. Een ethisch dilemma zou kunnen zijn: moet ik wel of niet doorgeven dat een van mijn cliënten uitkeringsfraude pleegt? Etikettering, diagnosticering en stigmatisering Maar het gaat ook om andere vragen. En hiermee lopen we vooruit op een thema dat in deel 2 en 3 uitgebreid besproken zal worden. Waarom spreken we tegenwoordig over ‘mensen met een verstandelijke beperking’ en niet meer zo gauw over ‘mensen met een verstandelijke handicap’? Nog niet zo heel lang geleden is de term LVG’er verwisseld voor LVB’er: van licht verstan delijk gehandicapt naar licht verstandelijk beperkt. Heb je enig idee waarom dat is gedaan? En waarom gebruiken we de term ‘zwakzinnig’ of ‘geestelijk gestoord’ niet meer zo gauw? Maar termen als ‘verstandelijke beperking’ en ‘psychische stoornis’ wel? En wat valt er normatief te zeggen over een uit drukking als ‘ongemotiveerde, agressieve, veel weerstand vertonende jonge ren’ als aanduiding voor een bepaalde groep jonge cliënten? Het is toch waar dat sommige jongeren ongemotiveerd zijn, een kort lontje hebben en veel weerstand vertonen!? Stel dat een deskundige jou diagnosticeert als ‘iemand met verzamel woede’. En stel dat jij die diagnose niet accepteert. Je vindt zo’n etiket stig matiserend en ervaart jezelf niet als ‘iemand met een stoornis’ of als ‘iemand met verzamelwoede’. Wie mag dan bepalen wat de waarheid over jou is? Wie

29

Made with FlippingBook flipbook maker