Communiceren is docentenwerk - Walter Geerts & René van Kralingen

1 • Hoe communiceer ik als docent?

E E De eerste T staat voor tijdbewaking . Leerlingen vinden het erg vervelend als een docent zijn les niet heeft afgerond wanneer de bel voor de pauze al klinkt. Misschien is het nog vervelender als je halverwege de les al klaar bent. De rest van de les is dan namelijk geen vrije tijd, maar voelt eerder als ophok plicht. Tijdbewaking is hier de sleutel tot succes. 7 De I staat voor interesse tonen, gericht zijn op de ander. Dat betekent dat je tijdens het lesgeven niet alleen met het afdraaien van je les bezig bent, maar ook moet kijken naar de activiteit van een leerling en naar de leerling zelf. Oprechte interesse in de leerling waarbij je signaleert hoe het met hem gaat. Dat begint al met de vraag of hij de leerstof snapt, een eigen voorbeeld kan geven of nog vragen heeft. 2 De tweede N is van nadoen door te spiegelen . Spiegelen is het overnemen van bewegingen, stem en mimiek van de ander. Zo kun je je beter inleven in de ander (Konig, 2001). Veel docenten zijn zich hiervan niet bewust. In hun privéleven spiegelen ze echter al automatisch. Spiegelen gaat makkelijker met personen met wie je je emotioneel verbonden voelt. Door te spiegelen voelt de ander zich beter op zijn gemak. Ook in de klas wordt er gespiegeld: als jij zachtjes gaat spreken zullen de leerlingen dit meestal als vanzelf over nemen. Bij ongewenst gedrag van de klas kun je het spiegelen echter beter achterwege laten. In een conflictsituatie ga je niet terugschelden, maar juist evenwichtig en rustig reageren. 1 De tweede C is van contact maken . Voor of tijdens de les zijn er talloze mo menten waarop je gelegenheid hebt om de leerling aan te spreken. Maak daar gebruik van. Daar mag je ook lestijd voor gebruiken. Je kunt opdrach ten voor je vak benutten om meer informatie te krijgen over hun leefwereld, ambities en idealen. Dat begint al met de vraag of een leerling een nieuwe telefoon heeft. Of denk aan gerichte activiteiten om contact te maken zoals een kennismakingsbingo. ? De tweede O van oogcontact spreekt voor zich. Zonder oogcontact kun je pri ma met elkaar telefoneren, maar als je in dezelfde ruimte bent heb je oogcon tact nodig om goed te communiceren. Oogcontact laat zien dat je geïnteres seerd bent in de ander. Naar elkaar kijken is iets anders dan elkaar constant direct in de ogen kijken. Een groot deel van de tijd zul je naar de ogen van de ander kijken als deze niet naar jou kijkt. De luisteraar kijkt vaker dan de spreker. Kijken helpt om elkaars gevoelens te peilen. 7 De derde N staat voor non-verbale communicatie . Je lichaam vertelt meer dan woorden wat je van de ander vindt en of je het goede voorhebt met de ander (Boves & Van Dijk, 2011). Het beste aanmoedigende signaal geef je door een open houding aan te nemen. En schuin voor de leerling te gaan zitten: je geeft dan de leerling de ruimte om zijn verhaal te doen. Door non-verbaal

26

Made with FlippingBook - Online catalogs