Natuuronderwijs inzichtelijk - Carla Kersbergen & Amito Haarhuis

1 Planten

Varens, maar ook mossen en paardenstaarten, planten zich dus geslachtelijk voort door middel van sporen. Daarom horen zij bij de groep van de sporen planten .

De sporendragers van een varen bevinden zich aan de onderkant van het blad. Daar zijn ze beter beschut tegen de regen.

sporendrager

Afbeelding 1.1.5 Een mannetjesvaren met sporendragers

1.1.6

Zaadplanten Net als paardenstaarten en varens hebben zaadplanten een uitgebreid wor telstelsel en vaatbundels die water en voedingsstoffen door de plant kunnen vervoeren. Vanwege deze vaatbundels kun je paardenstaarten, varens en zaad planten ook indelen in de groep van de vaatplanten . Zaadplanten zijn het best aangepast aan een droog landleven. De stevi ge bladeren en stengels hebben een wasachtige laag waardoor uitdroging te gengegaan wordt. Zaadplanten kunnen het grootst worden, denk maar aan de loof- en naaldbomen. Doordat bomen een speciale verstevigde stengel hebben ( boomstam ), kunnen zij boven andere planten uit groeien en meer zonlicht opvangen. Ze moeten dan een stevig wortelstelsel hebben om voldoende wa ter op te kunnen nemen en zichzelf in de bodem te kunnen verankeren (zie § 1.2.5 Bomen ). Karakteristiek voor zaadplanten is dat ze zich kunnen voortplanten door middel van zaden , terwijl varens, paardenstaarten en mossen sporen vormen en tot de groep van de sporenplanten behoren. Een zaad is veel groter dan een spore en bevat een embryonaal plantje met voedsel voor de kiemperiode. Tijdens de kiemperiode barst de zaadhuid open en ontwikkelt het embryonaal plantje zich tot een kiemplantje met een wortel, stengel en bladeren. Onder

32

Made with FlippingBook - professional solution for displaying marketing and sales documents online