Taaltalent 2 - Verbruggen & Taks
uitvoeren
B Praat met een medecursist over de antwoorden. Maak zinnen. Gebruik zinnen uit het kader Praten over je hobby’s . Cursist A maakt een zin met houdt van of met vindt … leuk , cursist B maakt een zin met … graag .
Voorbeeld: De man/de vrouw op foto 1 houdt van zeilen/zeilt graag. De man/de vrouw op foto 1 vindt zeilen leuk.
C Vertel elkaar wat jullie vinden van deze hobby’s.
Voorbeeld: Zeil jij graag? Ja, ik zeil heel graag.
Of :
Vind jij zeilen leuk? Nee, ik vind zeilen niet zo leuk.
Opdracht 7 Luister naar de dialogen en zet de woorden bij de goede persoon.
Kies uit: gitaar spelen ■ koken ■ reizen ■ naar de film gaan ■ skiën ■ schaatsen ■ zwemmen ■ shoppen
Rita
Wim
Constance
Peter
21
Made with FlippingBook - Online Brochure Maker