Taaltalent 2 - Verbruggen & Taks
3
Het eten
71
73 75 81 87 88 88 92
Voorbereiden
Uitvoeren
■ De imperatief (1)
■ Op het werk: de bedrijfskantine
Oefenen
■ Oefenen met de woorden ■ Oefenen met de grammatica Woordenlijst Nederlands – Engels
93
4
Het werk
95
97
Voorbereiden
100
Uitvoeren
■ De verba lopen , staan , zitten , liggen en hangen met te en een tweede verbum
100 104 107 112 114 114 117
■ De conjuncties want en omdat
■ De imperatief (2)
■ Op het werk: het sollicitatiegesprek
Oefenen
■ Oefenen met de woorden ■ Oefenen met de grammatica Woordenlijst Nederlands – Engels
119
5
De stad
121
123 126 126 129 131 135 139 140 140 143
Voorbereiden
Uitvoeren
■ Ordinales
■ De indirecte vraag met een vraagwoord
■ Er en daar als plaats
■ De conjuncties omdat en als ■ Op het werk: een zakelijke afspraak ■ Oefenen met de woorden ■ Oefenen met de grammatica Woordenlijst Nederlands – Engels Oefenen
145
Made with FlippingBook - Online Brochure Maker