Verbruggen & Taks_Taaltalent 1

uitvoeren

uitvoeren

Voorstellen (1) vraag

antwoord

Wie ben jij? / Wie bent u? Wat is jouw/uw naam? Wat is jouw/uw voornaam? Wat is jouw/uw achternaam? Hoe heet jij? / Hoe heet u?

Ik ben … Mijn naam is …

Mijn voornaam is … Mijn achternaam is … Ik heet …

Opdracht 3 Werk samen. Praat over opdracht 1.

1 Wat is jouw voornaam? 2 Wat is jouw achternaam?

3 Waar woon je? 4 Woon je alleen? 5 Werk je?

begroeten

afscheid nemen

Hoi. (informeel)

Doei. (informeel)

Hallo. Dag.

Tot zo. Tot straks. Tot gauw. Tot dan. Tot ziens. Dag.

Goedemorgen. Goedemiddag. Goedenavond.

21

Made with FlippingBook Publishing Software