Lessen in orde in het mbo - Peter Teitler & Ruben Teitler

Inleiding deel 1

Dit is allemaal te leren en te realiseren. In dit deel maken we een begin met het aanleg gen van het fundament voor goed klassenmanagement: het creëren van het positieve leer- en leefklimaat.

Vraag deel 1.3 Waarom word je docent?

Wat is goed onderwijs? Over het antwoord op de vraag wat goed onderwijs is, lopen de meningen uiteen. Er zijn in elk geval twee componenten te onderscheiden: een pedagogische, waarbij het gaat om het begeleiden van de sociaal-emotionele ontwikkeling, en een didactische. Bij goed didactisch handelen gaat het om de balans tussen kennisoverdracht en ken nisconstructie. Bij kennisoverdracht heeft de docent een leidende, structurerende rol en wordt de kennis zo gepresenteerd dat studenten zich de stof eigen maken. Bij kennisconstructie heeft de docent vooral een begeleidende rol. Hierbij wordt de student – individueel of in groepen – gestimuleerd om een vraagstuk of opdracht zelf te verkennen en oplossingen te bedenken. In dit boek wordt ernaar gestreefd die balans mogelijk te maken en de docent in staat te stellen beide onderwijsleerstrategieën toe te passen. Dit moet wel worden opgebouwd: eerst is de docent vormgever van het onderwijsleerproces, en in een later stadium – als de docent de klas op orde heeft – wordt de student de ruimte geboden die hij aankan om het eigen leerproces mede vorm te geven. Opbrengstgericht werken De afgelopen decennia is men steeds meer gaan spreken van effectief onderwijs (Rogers, 2015), waarbij ook docentgedrag en student-docentrelaties meer dan voor heen worden beoordeeld op hun effect op studenten (Borich, 2011). De nadruk is daarmee komen te liggen op resultaat- en opbrengstgericht lesgeven. Worden de doe len gehaald? Zijn de resultaten voor de vakken in overeenstemming met de landelijke normen? Hoe zit het met de effectieve leertijd? Wordt op school en in de les niet te veel tijd verspild met onbelangrijke zaken? Als dan de opbrengsten tegenvallen – in de ogen van de onderwijsinspectie –, dient meer tijd te worden besteed aan de kernvak ken en moeten andere vakken wijken. Redenen voor deze trend zijn dat het onderwijs niet goed genoeg zou zijn, niet zou aansluiten bij de wensen van de arbeidsmarkt, dat talent onvoldoende uit de verf komt en dat is gebleken dat het onderwijs een belangrijke motor voor de economie is (Van de Grift, 2010).

29

Made with FlippingBook flipbook maker