Inleiding organisatiekunde - Ten Berge, Oteman & Winckels

1 • Inleiding: organisatiekunde in historisch perspectief

daarop te focussen kan de organisatie, zo is de idee, doen waar ze het best in is (efficiency) en alert en flexibel op ontwikkelingen in de markt reageren. Bij wijzigingen in de koers moeten alle processen – primaire maar ook de onder- steunende – op de nieuwe situatie aangepast worden. Vanwege de onderlinge relaties en afhankelijkheden is het voor een organisatie lastiger om zich aan te passen naarmate er meer processen bij betrokken zijn. Hoewel al in 1989 geschreven werd over de netwerkorganisatie krijgt deze vorm van organiseren aan het begin van de eenentwintigste eeuw meer aan- dacht door de wens naar meer flexibiliteit in de wijze van organiseren (Hixon, 1989). Een nieuwe ontwikkeling in het laatste decennium is het ontstaan van disrup- tieve businessmodellen. Die hebben met elkaar gemeen dat ze ontwrichtend werken in de markt waar ze betrekking op hebben. Een bekend voorbeeld is de invoering van de iPhone. Deze telefoon had, in tegenstelling tot alle andere te- lefoons op dat moment, geen toetsen om een nummer in te toetsen. Bestaande aanbieders als Nokia en RIM (de maker van de BlackBerry) zagen dit als een tekortkoming van de iPhone en onderkenden niet de mogelijkheden die het grote scherm bood. Hetzelfde gebeurde in de auto-industrie. Hoewel de auto-industrie traditi- oneel bleef vasthouden aan verbrandingsmotoren zette Tesla met haar elektri- sche auto’s de markt voor auto’s volledig op zijn kop. Tijdschrift Forbes consta- teerde op 1 juli 2020 dat Tesla, precies zeventien jaar na haar oprichting op 1 juli 2003, uitgegroeid was tot het meest waardevolle automerk op dat moment (Klebnikov, 2020). De grondlegger van de disruptietheorie, Clayton Christensen, stelt dat de innovaties vaak eenvoudigere producten zijn die zich in eerste instantie richten op doelgroepen die de traditionele bedrijven niet of nauwelijks bedienen. Het is daarmee volgens critici een moderne vertaling van het door de econoom Schumpeter geïntroduceerde concept ‘creatieve destructie’. In dat kader wordt ook gewezen op de wet van Martec, ook wel Martecs wet van disruptie, die stelt dat technologie harder groeit dan organisaties kunnen veranderen (zie figuur 1.9). Deze kunnen daardoor nooit de veel snellere technologische groei bijhou- den. In dit kader past de opkomst van start-ups en scale-ups , die sneller dan gevestigde bedrijven deze technologische vernieuwingen kunnen aanbieden. Ze ontstaan met name in markten die gekenmerkt worden door snelle techno- logische ontwikkelingen, zoals social media, artificial intelligence (AI), digital analytics , robotica (zie paragraaf 9.7) en blockchain .

36

Made with FlippingBook Ebook Creator