KlasNL naar A2 woordentrainer - Valk, Olijhoek, Baalman en Jansen
Les 2
6
Wat betekent hetzelfde? Schrijf het goede woord op.
Voorbeeld Ik ben ziek. Ik ga naar de dokter.
Ik ben ziek. Ik ga naar de huisarts .
1 Ik ga direct na het eten naar school.
Ik ga
naar school.
2 Regent het? ‒ Ja dat klopt, de straten zijn nat. 3 Het was een heel leuk feest. Bedankt voor alles! 4 Karel stuurt een appje. Hij kan vandaag niet komen. 5 We gaan de dag na morgen op vakantie.
Regent het? Ja straten zijn nat.
, de
Het was een
feest.
Bedankt voor alles!
Karel stuurt een Hij kan vandaag niet komen.
We gaan vakantie.
op
6 De les begint over vijftien minuten.
De les begint over een
.
7 Mijn broer heeft griep. Hij voelt zich heel erg ziek. 8 Ik ben te laat, maar ik wil je toch nog feliciteren.
Mijn broer heeft griep. Hij voelt zich ziek.
Ik ben te laat, maar ik wil je
feliciteren.
7
Kijk naar de afbeelding. Lees de zin. Schrijf het goede woord in de zin.
1 Lieve Antonia, wil je je leven met mij ? Wil je met me trouwen?
17
Made with FlippingBook Digital Publishing Software