Ank van Heur & Brigit Kolen - Tekstzinnig
1 De centrale boodschap
je lezer meenemen in jouw denkproces? Of het nu een opdracht is voor school, stage of je baas, of een idee dat je voor jezelf wil uitwerken in een blog – je hebt hoe dan ook al een idee van wat de bedoeling is van je schrijven. Die stip aan de horizon, dus. Die bedoeling kun je afleiden uit twee elementen van de opdracht:
1 de gewenste vorm 2 de gewenste inhoud
1 De gewenste vorm Een tekst kan een bijna oneindig aantal vormen aannemen: van een tweet tot een tegeltjeswijsheid en van een blog tot een betogend artikel. Het doel van je schrijven bepaalt mede welke vorm je tekst zal aannemen. Wil je een bericht de wereld in sturen van wat je hebt gegeten vanavond, dan is een foto met bijschrift op Instagram wel voldoende. Wil je een punt maken waarom spruitjes goed zijn voor je gezondheid (ja, echt), dan moet je met iets meer komen dan een foto en een emoticon. De tekstvorm die we in dit boek voornamelijk behandelen is een tekst die onderbouwd wordt met behulp van (wetenschappelijke) bronnen. Daar zijn verschillende varianten van – die komen gedurende het boek aan bod. 2 De gewenste inhoud De inhoud van de opdracht bepaalt waarover je iets gaat schrijven. Een opdracht bevat vaak eisen waar die inhoud aan moet voldoen, bijvoorbeeld: ‘Schrijf een zakelijk advies over de toepassing van storytelling in de kinderzorg. Maak hierbij gebruik van minimaal twee wetenschappelijke bronnen. De tekst is tussen de 800 en 1.000 woorden lang.’ In de weblecture kwam dit voorbeeld al aan bod. Zou je een uiteenzetting schrijven of vergeten geschikte bronnen erbij te zoeken, dan heb je dus niet aan de opdracht voldaan. Kijk dus altijd goed naar wat er precies van je wordt verwacht. Brainstormen In de weblecture bij dit hoofdstuk werden onder andere vier vormen van brain- stormen besproken. Deze worden hierna nog eens kort uiteengezet. Mindmaps Mindmappen is een manier om associatief te denken, waarbij je nog geen volgor- de van belangrijkheid aanbrengt in de onderwerpen die je bedenkt. In paragraaf 7.2.1 komt de techniek uitgebreider aan bod. In het kort: om een mindmap te maken zet je het kernwoord in het midden van een leeg vel papier. Daaromheen schrijf je echt alle woorden op die in je opkomen als je denkt aan het hoofdon- derwerp. Zet een timer op bijvoorbeeld drie minuten en ga zonder afleiding aan de slag. Klaar? Bekijk welke woorden je kunt gebruiken in je tekst of onderzoek. Maar wat als je niet verder komt dan het onderwerp dat is genoemd in de opdracht? Dan is het goed om te gaan brainstormen.
26
Made with FlippingBook - professional solution for displaying marketing and sales documents online