Siep van der Werf & Jan Kok - Werken aan wonen

1 GESCHIEDENIS HUISVESTING IN NEDERLAND

Voorraad woningen; standen en mutaties vanaf 1945

0 20.000 40.000 60.000 80.000 100.000 120.000 140.000 160.000 180.000

aantal

1945

1946

1947

1948

1949

1950

1951

1952

1953

1954

1955

1956

1957

1958

1959

1960

1961

1962

1963

1964

1965

1966

1967

1968

1969

1970

1971

1972

1973

1974

1975

1976

1977

1978

1979

1980

1981

1982

1983

1984

1985

1986

1987

1988

1989

1990

1991

1992

1993

1994

1995

1996

1997

1998

1999

2000

2001

2002

2003

2004

2005

2006

2007

2008

2009

2010

2011

2012

2013

2014

2015

2016

Nieuwbouw

Sloop

Figuur 1.1 Nieuwbouw en sloop, 1945-2016 (CBS, 2018, 24 mei)

Het hoger kunnen bouwen hielp daarbij: eerst portiekflats, later galerijflats. In de jaren 60 vond een ware hoogbouwgolf plaats, toen het industriële bou wen onder leiding van minister Bogaerts een grote vlucht nam. Hoogbouw wijken als Overvecht inUtrecht, Ommoord in Rotterdam en de Bijlmermeer in Amsterdam werden toen gerealiseerd. In 1976 werd driekwart van de nieuwbouw in minstens zes bouwlagen uitgevoerd. Niet iedereen was en thousiast over deze ontwikkeling. Sommigen constateerden bij de bewoners van dergelijke hoogbouwflats ‘flatneurose’, een psychische aandoening als gevolg van de gehorigheid en het opgesloten gevoel in een flatgebouw. Vanaf de jaren 80 werd de wens van het eengezinshuis weer meer gehonoreerd, wat mede leidde tot de aanleg van woonerven en later de Vinex-wijken . Tegelijkertijd vond binnen een paar jaar een energierevolutie plaats. Tot de jaren 60 beschikten de meeste huizen alleen over een kolenkachel in de huis kamer. Daarna werden de huizen verwarmd met een of meer gaskachels, na de grote aardgasvondst in het Oost-Groningse Slochteren. Nog later werd steeds vaker centrale verwarming aangelegd. Het beeld uit de jaren 50 van het gezin in de huiskamer gezellig rond de kolenkachel onder die ene lamp, luisterend naar het enige radiotoestel, terwijl het buiten vroor dat het kraak te, ging daarmee spoedig tot een nostalgisch verleden behoren. Na de nieuwbouwpiek van 1973 daalde de productie, tot onder de 100.000 na 1990. De woningbouwproductie kende in 2003 een dieptepunt (zie figuur 1.1). Een paar jaar later zien we, na enige jaren van stijging, samenhangend met de economische crisis van 2008 een fikse daling naar een nieuw diepte punt van 45.000 nieuwbouwwoningen in 2014. Het is opvallend dat de woningbehoefte stelselmatig te laag is ingeschat. Na de oorlog dacht men dat de woningnood maar van korte duur zou zijn. Maar de groei van de bevolking met de naoorlogse trouw- en geboortegolf leidde ertoe dat het probleem nog decennialang aanhield. De toenemende

28

Made with FlippingBook HTML5