Kan ik daar wat aan doen? - Carin Wevers

2.3 • Zelfzuchtige dieren

In ons onbewuste bevinden zich bovendien nog de pijnlijke herinnerin gen aan onze vroege kindertijd, onze angsten en alle herinneringen aan gefrustreerde verlangens of traumatische ervaringen. Omdat het pijnlijk is die gevoelens toe te laten, kunnen we ze verdringen of sublimeren. Denk hierbij bijvoorbeeld aan ‘troosteten’ of een andere verslaving (ver dringen). Kunstenaars vormen het verlangen om (sublimeren) en maken er iets ‘groots’ van. Traumatische ervaringen – en daarvan is al sprake als het kind voor de eerste keer ‘Nee, dat mag niet’ hoort – kunnen in ernstige gevallen leiden tot neuroses, dwangstoornissen en irrationele angsten. Om toegang te krijgen tot onze onbewuste drijfveren en om gezond te maken wat ziek is, moeten we volgens Freud in psychoanalyse. In de psychoanalyse kunnen we dan onze trauma’s verwerken door datgene wat onbewust aanwezig is naar het bewustzijn te halen. Zo kan het Ich er weer controle over krijgen. Freud omschreef het doel van de analyse aldus: ‘Wo Es war, soll Ich werden’ (Freud, 1933, p. 43). Omdat het niet zo simpel is om achter je ware motieven te komen duurt een psychoanalyse soms jaren. Wat dreef de brandweermannen bijvoorbeeld die met gevaar voor eigen leven de Twin Towers in renden ommensen uit de vuurzee te bevrijden? Een freu diaanse analyse voor deze heldenmoed zou er bijvoorbeeld zo kunnen uitzien: stel, de brandweerman heeft van zijn vader altijd te horen gekre gen dat hij niets kan en nergens voor deugt. Hij moet dus grote daden verrichten om zijn behoefte aan erkenning en waardering te vervullen. Bovendien heeft hij een negatief zelfbeeld ontwikkeld en dus zal hij bij zichzelf (onbewust) denken dat hij niets te verliezen heeft. Daarnaast zou hij de opvatting kunnen hebben dat je mensen in nood altijd moet helpen, ook al verlies je daarbij je eigen leven. Hij zou dan op onbewust niveau nog steeds streven naar de erkenning van zijn vader (‘Mijn zoon is een held’). We kunnen volgens Freud dus niet direct iets zeggen over de ware intentie waarmeemensen anderemensen helpen. Dat zal per geval geanalyseerd moeten worden. Er zijn diverse psychologische en sociologische onderzoeken gedaan naar de hulpbereidheid van mensen. Denk aan het eerdergenoemde bystander effect: onze bereidheid om te helpen neemt af naarmate er meer omstanders zijn die niets doen. We zijn in principe hulpvaardig (welke reden we daar ook individueel voor mogen hebben), maar blijkbaar moet er wel een aantal voorwaar den vervuld zijn willen we ook daadwerkelijk de helpende hand uit steken. Onze behoefte om bij de groep te horen en de groepsnorm te volgen, is vaak groter dan onze bereidheid om te helpen, of we durven niet goed te vertrouwen op ons eigen oordeel. Uit vervolgonderzoeken

filmpjes: hoe werken verdringing en sublimatie precies?

deel 1

thema: psychoanalyse

63

Made with FlippingBook Online newsletter