Joost van Iersel en Dienie van Wijngaarden-de Bodt - Samen werken aan gezondheid
Inleiding
Hoofdstuk 4 Werken in de gezondheidszorg behandelt wie er werkzaam zijn in de reguliere en de alternatieve of complementaire gezondheidszorg. Het legt uit wat het belang is van wettelijke kaders zoals de Wet BIG en geeft aan welke ontwikkelingen verwacht worden voor zowel werkers in de gezondheidszorg als voor de sociaal werker. Afsluitend wordt het – steeds belangrijkere – multi disciplinair of interdisciplinair werken besproken. Hoofdstuk 5 Kanttekeningen bij de veranderingen behandelt de effecten van deze veranderingen op de kwetsbare burger van de participatiesamenleving. Er wordt ingegaan op het voeren van de eigen regie, op de veranderende so lidariteit tussen burgers, op de gevolgen van de technische ontwikkelingen in de gezondheidszorg en welzijn en op de gevolgen van de sociaaleconomische status die mensen hebben. In de afronding en samenvatting De positie van de sociaal werker in zorg en wel zijn wordt teruggekeken op de vele onderdelen van dit eerste deel van het boek en worden conclusies getrokken over de positie van de sociaal werker in het veld van de gezondheidszorg. Tevens wordt een brug geslagen naar deel 2 van het boek, Samen op pad . Deel 2 bestaat uit drie hoofdstukken en beschrijft hoe binnen dit kader (samen)gewerkt wordt door de sociaal werker, met diverse professionals uit bijvoorbeeld de paramedische sector (fysiotherapeuten, diëtisten), huisartsen en werkers uit het complementaire veld. Eerst werken we allerlei perspectieven (modellen) uit waarmee informatie over de gezondheid van de cliënt verkregen kan worden. Vervolgens gaan we in op de communicatie die dit met zich mee brengt en afsluitend op voorlichting, preventie en psycho-educatie. Hoofdstuk 6 Verschillendemanieren omnaar gezondheid te kijken beschrijftmo dellen waarmee vanuit verschillende perspectieven naar de gezondheid van de cliënt gekeken kan worden. In de eerste plaats wordt de holistische manier van kijken beschreven. Het biopsychosociaal model is een van de meest gebruikte voorbeelden hiervan. De opbouw van het hoofdstuk volgt de drie onderdelen van het biopsychosociaal model. Het ICIDH- en het ICF-model geven zicht op de beperkingen en mogelijkhe den van de cliënt, zij zijn dus functiegericht. Met het model van Illness, sickness en disease worden verschillende elementen van het begrip ziekte in kaart ge bracht. Met de beschrijving van stress, veerkracht en coping worden de reac tie op en de omgang met gezondheidsbedreigende situaties beschreven. Het balansmodel met de elementen draagkracht en draaglast helpt om inzichte lijk te maken wat de cliënt dient te dragen en welke steun hij nodig heeft om dit te kunnen dragen. Met het KOP-model wordt meer inzicht verkregen in de kwetsbaarheden die samenhangenmet de persoonlijkheid van de cliënt. De so-
17
Made with FlippingBook - Online Brochure Maker