L. de Blois & R.J. van der Spek - Een kennismaking met de oude wereld

Deel II  •  De Griekse wereld

een nieuwe Grieks-Iraanse stijl, die vooral tot uiting kwam in de nieuwe steden. Deze steden werden soms op de plaats van oude steden gebouwd, zoals de nieu- we hoofdstad Ctesiphon, Hatra en Assur. In Assur werd blijkens Aramese (!) tek- sten de god Aššur (!) nog steeds – of weer – vereerd. Ook in Uruk en Babylon is Parthische bouwactiviteit gesignaleerd. In de nieuwe en herbouwde steden kwa- men weer vele immigranten van Iraanse, Aramese, Arabische en Joodse origine binnen. Mesopotamië werd een vergaarbak van vreemde volken en culturen. In deze vergaarbak ging de oude Sumero-Akkadische beschaving – die zich van een inmiddels allang dode taal bediende en die te lijden had van oorlogsverwoestin- gen in haar laatste bolwerken Babylon en Uruk – ten slotte ten onder, hoewel de genadeslag waarschijnlijk pas onder het Nieuw-Perzische rijk van de Sassaniden is uitgedeeld (zie p. 314). In de gebieden die onder Romeinse heerschappij kwamen, kon de Griekse cul- tuur gemakkelijker voortbestaan dan in het Oosten, aangezien de Romeinen zelf al eeuwen door de Griekse beschaving beïnvloed waren. De oriëntaalse tradities leidden echter een meer kwijnend bestaan. Met Egypte ging het in economisch opzicht in de Romeinse tijd steeds slechter. Door de zware belastingen verdwe- nen veel graan en andere producten, zoals goud uit Zuid-Egypte, naar Rome. Ook de Ptolemeeën hadden zware belastingen opgelegd, maar die bleven grotendeels binnen Egypte. In Egypte reageerden de autochtonen op de uitbuitende overheer- sing van de Grieks-Romeinse elite door al heel vroeg op het christendom over te gaan óf door vast te houden aan de Egyptische godsdienst. Aan deze laatste kwam definitief een eind doordat de christelijke (Oost-)Romeinse keizer Justinianus kort voor 550 n.Chr. de Isistempel in Philae, het laatste heidense bolwerk, sloot. Er is wel beweerd dat sinds Alexander de Grote de wereld van het Nabije Oosten geheel vergriekst is. Dit is onjuist. Slechts de elite van de grote steden maakte kennis met de Griekse cultuur en nam er het een en ander van over. Nergens – behalve in Klein-Azië en grote steden als Alexandrië, waar veel Grieken bij elkaar woonden – werd het Grieks de gewone spreektaal. Men leest ook vaak dat het hellenisme een mengcultuur van Griekse en ori- ëntaalse elementen was. Ook dit is niet correct. Er was een Griekse cultuur die door allerlei oorzaken in een nieuwe fase kwam en daarbij het een en ander aan het Oosten ontleend heeft. Daarnaast waren er de diverse oriëntaalse cul- turen, die in meer of in mindere mate aspecten van de Griekse cultuur in zich opnamen. Soms zie je hybride vormen in de kunst (zie figuur 11.5). Men kan de situatie aardig vergelijken met de positie van de Engelse koloniale heerschappij in India in de negentiende en aan het begin van de twintigste eeuw.

11.9 Conclusie

182

Made with FlippingBook HTML5