L. de Blois & R.J. van der Spek - Een kennismaking met de oude wereld

Deel II  •  De Griekse wereld

9.4 Veranderingen op militair terrein

In de ‘donkere eeuwen’ stond de oorlogvoering volledig onder de leiding van de adellijke elite, geholpen door lichtgewapende volgelingen. Het bezit van paarden en wagens was van belang voor deze edelen om het slagveld te bereiken; boven- dien gaf het status. In de loop van de archaïsche periode ging hun monopolie ge- leidelijk verloren, omdat nieuwe rijken en middelgrote boeren in staat waren ook een wapenrusting aan te schaffen. Deze wapenrusting bestond uit een schild, een helm, borstpantser, scheenbeschermers en een speer. Vooral het schild – nu op twee plaatsen, bij de hand en de elleboog, aan de arm bevestigd – was belang- rijk. Op vaasschilderingen zien we eerst dat strijders te paard naar het slagveld gaan en daar afstijgen om slag te leveren. Geleidelijk verminderde de rol van paarden en aan het einde van de zesde eeuw ontstond er een geperfectioneerde slagorde: de falanx . De soldaten werden later ‘ hoplieten ’ genoemd, naar het Griekse woord voor het schild: hoplon (zie figuur 10.5). In de goed georganiseerde falanx was het van groot belang dat de slagorde gesloten bleef, opdat de hopliet de onbescherm- de rechterkant van zijn lichaam kon beschermen achter het schild van zijn buurman. Dit maakte een grote solidariteit en een sterk saamhorigheidsgevoel noodzakelijk. Aanvankelijk behoorden de hoplieten tot de rijkste klassen van de maatschappij, maar vanaf ongeveer 500 v.Chr. leverden geleidelijk ook de mid- denklassen hoplieten. Oorlogen waren in de archaïsche tijd beperkte grensconflicten. Het hoofddoel was meestal plunderen en na een of twee gevechten was het weer over. In oor- logen tussen poleis werd er soms lange perioden niet daadwerkelijk gevochten. In de archaïsche tijd werd de basis gelegd voor de Griekse schilder-, bouw- en beeldhouwkunst, de literaire genres, de godsdienstige voorstellingen en gebrui- ken, en de Griekse filosofie. De bevruchting uit het Nabije Oosten was van grote invloed op deze terreinen. Het alfabet Dit geldt in de eerste plaats voor de introductie van het schrift. De Grieken heb- ben in de tiende of negende eeuw het alfabet van de Feniciërs overgenomen. De precieze datum is onzeker: de eerste Griekse lettertekens die we kennen, stam- men uit het begin van de achtste eeuw. Een belangrijke Griekse vernieuwing was dat een aantal lettertekens van het Fenicische alfabet alleen voor klinkers gebruikt werd. Het Fenicische alfabet kende alleen medeklinkers, waarvan som- mige in een bepaalde context als klinkers gelezen konden worden. Daarnaast voegden de Grieken enkele tekens aan het alfabet toe. Het Griekse alfabet met

9.5 Veranderingen op cultureel terrein

96

Made with FlippingBook HTML5