Harry Paus, Adri van den Brand e.a. - Portaal

1 Taalonderwijs

Wat ons betreft voldoet goed taalonderwijs aan negen uitgangspunten: 1 Goed taalonderwijs is bedoeld voor iedereen en is kindgericht . Alle leerlin gen hebben recht op goed taalonderwijs. Goed taalonderwijs is gericht op wat leerlingen al wel kunnen in plaats van op hun deficiënties. 2 Goed taalonderwijs sprankelt . Leerlingen leren het best als ze betrokken zijn bij het onderwerp. Goed taalonderwijs is interessant, enthousiasmeert, nodigt uit en is afwisselend en attractief. Het gaat daarbij om een goede balans tussen leerzaam en aantrekkelijk. 3 Goed taalonderwijs is doel én middel . Behalve als object van studie om zich zelf is taal een middel om andere belangrijke doelen van de basisschool te bereiken: kritisch leren denken, onderzoeken en ontdekken, nieuwe kennis verwerven en bestaande kennis uitbouwen. Daarom is de integratie met ande re vakken belangrijk waarbij taal een ondersteunende functie heeft. 4 Goed taalonderwijs heeft een balans van aandacht voor deelvaardigheden en voor het geheel . Het klassieke, traditionele taalonderwijs betrof vooral veel deelvaardigheden. De whole-languagebenadering is juist holistisch en besteedt vooral aandacht aan het grotere geheel: alles hangt met alles samen. Wij geloven in een balans tussen de deelvaardigheden en het geheel. Soms begin je bij de ‘stukjes’ (zoals in bepaalde gevallen bij het leren lezen) en soms begin je juist bij ‘het geheel’ (zoals vaak bij mondelinge taal, waarbij je de taalgebruikssituatie als startpunt neemt). 5 Goed taalonderwijs is doelgericht . Bij goed taalonderwijs weten de leerlin gen altijd aan welke doelen ze werken. Dat houdt in dat iedere leerkracht zich bewust is van de taaldoelen en hier heel bewust aan werkt. Een leerkracht die doelgericht werkt, kan delen van de stof overslaan wanneer hij weet dat leer lingen die doelen al beheersen of wanneer hij andere activiteiten waarmee hij aan dat doel werkt zinvoller vindt. 6 Goed taalonderwijs is betekenisvol en functioneel . Het doel van het taalon derwijs is leerlingen uitrusten voor volledige deelname aan onze multicultu rele maatschappij, waarbij de talige competentie misschien wel de belangrijk ste van alle competenties is. Dit vraagt om taalonderwijs dat aansluit bij de belevingswereld van leerlingen en dat hen voorbereidt op allerlei dagelijkse en toekomstige communicatieve situaties. Goed taalonderwijs is daarom be tekenisvol voor leerlingen én functioneel. Het speelt zich af in situaties die een afspiegeling zijn van wat er in de maatschappij nodig is én nodig zal zijn. 7 Goed taalonderwijs is taalontwikkelend . Taalontwikkelend onderwijs sluit aan bij taalleerbehoeften van leerlingen en stimuleert de taalontwikkeling, waardoor leerlingen zelf nieuwe verbindingen gaan maken. De kunst is tel kens weer om te werken in de zone van de naaste ontwikkeling van het kind. Soms is het taalonderwijs vooral toetsend. Leerlingen maken dan bijvoor beeld oefeningetjes zonder hulp waardoor het een kwestie wordt van ‘je weet het’ (en dan is de oefening geen uitdaging) of ‘je weet het niet’ (en dan helpt

48

Made with FlippingBook - Online magazine maker