Júlia Abreu de Souza - Basiscursus Portugees van Brazilië
3.5 De vragende voornaamwoorden
43 44 44 44 45 45 46 48 48 50 50 51 51 52 52 53 53 53 54 56 56 58 59 59 60 60 61 62 64 64 65 66 66 67 67 68 68 68 69
3.6 Het gebruik van É que…?
3.7 Aan de telefoon
3.8 Beroepen
Texto 2 Fome ou sede?
Texto 3 Como vai?
Exercícios
Unidade 4
Texto 1 Transporte e comida
4.1 De tegenwoordige tijd van achar
4.2 Werkwoorden op -ar
4.3 Het werkwoord ir met voorzetsels
4.4 Het werkwoord tomar 4.5 Het voorzetsel por
4.6 De aanwijzende voornaamwoorden
4.7 De rangtelwoorden 4.8 De dagen van de week
Texto 2 O trânsito
Exercícios
Unidade 5
Texto 1 Paulo no Rio de Janeiro
5.1 Voorzetsels met voornaamwoorden 5.2 Het gebruik van muito en pouco 5.3 De trappen van vergelijking I 5.4 De maanden en de jaargetijden
Texto 2 De manhã, na padaria
Texto 3 Chove chuva
Exercícios
Unidade 6
Texto 1 Na Praia
6.1 De bezittelijke voornaamwoorden 6.2 De toekomende tijd met ir 6.3 De trappen van vergelijking II 6.4 De werkwoorden andar en ir 6.5 Het gebruik van ter que en ter de
6.6 Het gebruik van a gente 6.7 Gevoelens uitdrukken Texto 2 Uma empresa brasileira
Exercícios
Made with FlippingBook Online newsletter creator