John Bassant en Marianne Bassant-Hensen (red.) - Mensenwerk

1 De praktijk van het sociaal werk

De verzorgingsstaat onder druk De versobering van de verzorgingsstaat is ingezet. Een belangrijk argument is, naast de veranderende inzichten, van financiële aard: de sociale voorzieningen worden onbetaal baar. Bezuinigingsronde na bezuinigingsronde laat vervolgens zijn sporen na in de voor zieningen, waarbij sommigen spreken van modernisering en anderen van afbraak. De verzorgingsstaat verzorgde en beschermde vooral het materiële en financiële wel zijn, maar heeft nooit het geluk van mensen kunnen verzekeren. Geluk is immers niet te koop en wordt niet van overheidswege verstrekt. De huidige discussie lijkt zich dan ook te hebben uitgebreid naar het thema: heeft iedereen recht op geluk, zoals ieder mens recht heeft op onderwijs, op voedsel, op onderdak? Hoe dan ook, er zijn andere opvattingen in de samenleving ontstaan over de ver antwoordelijkheid van burgers. Niet de overheid, maar de individuele burger draagt de eerste verantwoordelijkheid voor zijn welzijn en moet dus zo lang mogelijk voor zichzelf (kunnen) zorgen. Het hoger onderwijs (Hogere Sociale Studies, voorheen HSAO) heeft aansluiting ge zocht bij de veranderende samenleving in het rapport Meer van waarde (2014) van de commissie Boutellier. Dit rapport vat de ontwikkelingen als volgt samen. De sociale structuur van de samenleving is ingrijpend aan het veranderen, door nieu we vormen van gemeenschappelijkheid (onder invloed van onder andere het internet en de sociale media) die veel meer communicatie mogelijk maken en een impuls geven aan initiatieven van organisaties en burgers. Daarnaast liggen de arrangementen van de ver zorgingsstaat onder vuur vanwege de onbeheersbare kosten, de overmatige bureaucratie en te ver doorgeschoten hulpverlening. Als antwoord op beide ontwikkelingen heeft er een decentralisatie van het sociaal beleid plaatsgevonden, waarbij de gemeenten geacht worden zorg, jeugdzorg en participatie op een zuinigere manier met meer kwaliteit te leveren. De commissie Boutellier omschrijft de kernfunctie van het sociaal werk als volgt: het bevorderen van sociale samenhang, inclusiviteit en participatie – samengevat als kwaliteit. Deze kernfunctie valt uiteen in: 1 een collectieve oriëntatie, veelal in termen van participatie en emancipatie, en 2 een individuele oriëntatie waarin termen als begeleiding en hulpverlening centraal staan (Boutellier, 2014). De ontwikkeling naar meer autonomie en zelfredzaamheid van burgers en daarmee van een verschuiving binnen het sociaal werk van hulpverlening naar ondersteuning van de eigen kracht van mensen heeft haar (ongetwijfeld voorlopige) neerslag gevonden in drie al eerdergenoemde wetten: de Wmo, de Jeugdwet en de Participatiewet. Op weg naar een participatiesamenleving De Wmo, de Jeugdwet en de Participatiewet stimuleren de ontwikkeling van een par ticipatiesamenleving. Dat is een samenleving waarin niet de overheid maar de burgers zo veel mogelijk zelf verantwoordelijk zijn voor hun eigen leven en welzijn en voor de

20

Made with FlippingBook Digital Publishing Software