Herman Veenker, Henderien Steenbeek, Marijn van Dijk en Paul van Geert - Talentgerichte ontwikkeling op de basisschool

1 Achtergronden van een dynamische visie op leren en ontwikkeling

De betekenis van het werk van Dewey voor dit boek is dat er enige duidelijke over eenkomsten met dat van Vygotsky kunnen worden herkend, zoals de visie op de culturele bepaaldheid van ontwikkeling in een gemeenschap, de zone van naaste ontwikkeling, en de rol van de leerkracht als coach en expert. De kritiek op het sociaal-constructivisme heeft met name betrekking op diverse on derwijsconcepten die onder deze noemer zijn ontworpen in de jaren negentig van de vorige eeuw. Hierinwerden sociaal-constructivistische begrippen op vele verschil lende wijzen uitgelegd, methodes werden slecht geïmplementeerd, de nadruk kwam gemakkelijk te liggen op faciliteiten zoals ruimtes voor open leren en dergelijke. Een belangrijk, zo niet het belangrijkste probleem betrof de onduidelijke rol van de leerkracht als ‘coach’. Deze rol bleef ongedefinieerd, en de expertfunctie van de leerkracht werd onderschat. Een tweede probleem betrof het ontbreken van gefundeerd onderzoek naar de wijze waarop sociaal-constructivistische prin cipes in de interactie in de klas of groep verantwoord vorm kunnen krijgen. 1.2.4 Het ecologische model Aan het begin van dit hoofdstuk schetsten we de verbazingwekkende ontwikke ling van jonge kinderen die op allerlei gebieden plaatsvindt. Typerend voor het werk van Bronfenbrenner, de grondlegger van de ecologische theorie, is de vol gende uitspraak van Rogoff (1990): ‘From an ecological perspective, people learn many complex skills without formal instruction through participation in daily activities and observation of others’ (Rogoff, 1990 in Alfieri et al., 2011, p. 1). Bui De rol van de leerkracht is die van coach en expert die met ondersteunende vragen de leerling naar het zelfstandig oplossen van problemen leidt. De leer kracht helptWesley bijvoorbeeld op weg door te vragen:‘Dus wat gebeurt er als je die induwt?’ Dan antwoordt Wesley: ‘Gaat-ie achteruit.’Wesley duwt lachend het spuitje in en ziet nu hoe het andere spuitje beweegt (uit wordt geduwd). Met een beetje hulp van de leerkracht kan Wesley nu zelf het proces uitleggen, wat vervolgens leidt tot inzicht. ā ā Dynamisch: het centrale concept luchtverplaatsing keert telkens in een an dere vorm terug (de leerkracht heeft als doel dat Wesley inzicht krijgt in het concept van luchtverplaatsing). Met een terugval (de tweede keer wanneer Wesley zegt het niet te begrijpen) ontstaat het inzicht bij Wesley . Het ver loop van het gesprek kan vergeleken worden met het voorbeeld van het abstracte schilderij. Ook in het gesprek zien we zo’n dynamisch verloop dat uiteindelijk naar kenniscreatie leidt.

38

Made with FlippingBook Digital Publishing Software