Herman Veenker, Henderien Steenbeek, Marijn van Dijk en Paul van Geert - Talentgerichte ontwikkeling op de basisschool

1.2 Op de schouders van reuzen

De betekenis van het werk van Piaget voor dit boek is dat het gebruikmaakt van accommodatie en assimilatie als mechanismen die ontwikkeling (van representa ties en bewerkingen hierop) veroorzaken. Het cognitieve conflict is een concreet instrument dat deze mechanismen in werking zet. Ook is het belangrijk dat deze mechanismen kunnen leiden naar een nieuw evenwicht, een equilibrium. Piaget zegt hiermee dat accommodatie en assimilatie leiden tot zelforganisatie van het systeem. Het begrip zelforganisatie keert in dit boek terug bij de bespreking van dynamische systemen in paragraaf 2.6. Een belangrijk punt van kritiek op het werk van Piaget is dat de ontwikkelings stadia gekoppeld zijn aan leeftijden. Enerzijds is deze aanname niet juist gebleken, anderzijds ontkracht dit ook de werking van de mechanismen, die immers op alle leeftijden relevant zijn. 1.2.3 Het constructivisme Volgens het constructivisme is leren een actieve constructie van kennis die voort bouwt op wat de leerling al weet. Leerlingen begrijpen nieuwe informatie in het licht van hun eigen structuur van voorkennis. Tegenwoordig wordt onder con structivisme verstaan dat leren een resultaat is van ‘mentale constructie’. Leerlin gen leren door nieuwe kennis actief te construeren, en interpreteren deze nieuwe ervaringen en informatie op basis van wat ze al weten (Driver et al., 1994). Het constructivisme stelt dat betekenissen worden geconstrueerd vanuit ervaringen. In deze paragraaf bespreken we het werk van twee belangrijke grondleggers, Vy gotsky en Dewey. Typering van het sociaal-constructivisme van Vygotsky In het werk van Lev Vygotsky ligt de nadruk op de interactie met de sociale we reld. Volgens Vygotsky ontwikkelen kinderen niet zichzelf, maar worden ze ont wikkeld door de interacties die ze aangaan met anderen. In de interacties commu niceren kinderen met hun omgeving. Ze leren met anderen om te gaan, ze lokken reacties uit en krijgen feedback op hun gedrag. Deze anderen zijn in feite allemaal cultuurdragers. In de interactie met anderen ontwikkelen kinderen zich en maken zij zich een cultuur eigen. Vygotsky spreekt van tijdschalen van ontwikkeling: hij ziet de ontwikkeling van het individu in het perspectief van de ontwikkeling van generaties. Op deze wijze ziet hij leren en ontwikkeling als sociale processen. Het werk van Vygotsky kan beschouwd worden als een sociaal-constructivis tische theorie. Zoals gezegd heeft de term ‘sociaal’ betrekking op het belang van de sociale interactie voor de ontwikkeling van kinderen. Met de term constructi vistisch wordt bedoeld dat leren een actieve constructie van kennis is, die is geba seerd op wat kinderen al weten. Bij Piaget hebben we gezien dat reeds aanwezige kennis kan leiden tot cognitieve conflicten wanneer deze kennis ontoereikend is

35

Made with FlippingBook Digital Publishing Software