Herman Veenker, Henderien Steenbeek, Marijn van Dijk en Paul van Geert - Talentgerichte ontwikkeling op de basisschool

6.4 De taak als bouwsteen van een dynamische leeromgeving

Bij de taak en de leeromgeving gaat het erom affordanties van het materiaal te gebruiken die een cognitief conflict uitlokken. Door affordanties te kiezen die aansluiten bij specifieke leerdoelen, dragen materiaal en taak krachtig bij aan het ontwikkelingsproces. Een voorbeeld kan worden ontleend aan een les over optellen en delen aan de hand van het meten van temperatuur. Het cognitieve conflict maakt duidelijk dat voor het meten van de temperatuur van bij elkaar gemengde vloeistoffen niet kan worden volstaan met een simpele optelling. Cognitief conflict bij het leren rekenen met temperatuur Op de tafel van groep 4 staan twee bekers water met beide 10 deciliter water. De leerlingen krijgen de vraag hoeveel deciliter water er ontstaat wanneer bei- de bekers bij elkaar worden geschonken. De leerlingen hebben het principe van optellen geleerd. Er is nu 20 deciliter water. De proef wordt herhaald, nu met het meten van temperatuur. De leerlingen meten in beide bekers de temperatuur, die in beide bekers 10 graden is. De bekers water worden bij elkaar geschonken. De temperatuur blijkt nu geen 20 graden te zijn, maar is nog steeds 10 graden. De affordantie van de materialen moet in de directe waarneming van leerlingen uitdrukken dat ‘je ermee kunt meten’. Immers, alleen door leerlingen actief te la- ten meten, kan het concept ‘temperatuur’ worden geleerd. Dit kan worden be- reikt door bijvoorbeeld identieke bekers te gebruiken met een duidelijke schaal erop, zoals bij maatbekers het geval is. Ook de temperatuurmeters moeten een duidelijk zichtbare schaal bevatten, en het moet aantrekkelijk zijn de meters in het water te dompelen. Op deze wijze kunnen leerlingen zich uitgenodigd voelen de bekers met water met elkaar te vergelijken en verschillende metingen te doen. Het uitnodigende karakter kan worden vergroot door bijvoorbeeld een variëteit aan vloeistoffen (bijvoorbeeld met andere kleuren) en maatbekers op de tafel te leggen. Dan krijgen leerlingen er lol in om te gaan vergelijken en meten. Met uit- nodigende voorwerpen en (vloei)stoffen wordt een materiële context gecreëerd die het doen van ontdekkingen uitlokt bij het meten van volumes en tempera- turen. Hiermee is de basis gelegd voor veel interactie, ontstaat variabiliteit in het gedrag van leerlingen en kunnen cognitieve conflicten worden gecreëerd. Samenvattend: het cognitieve conflict zet na tot denken en bevordert exploratief gedrag in een taak. Met het creëren van een cognitief conflict nemen inzicht en complexiteit in handelen toe. We kunnen daarom ook zeggen dat een cognitief conflict bijdraagt aan de betekenisgeving van een taak. In de volgende paragraaf komt aan de orde dat betekenisgeving altijd plaatsvindt in een bepaalde context. De betekenis van een taak wordt beïnvloed door de context.

167

Made with