Herman Veenker, Henderien Steenbeek, Marijn van Dijk en Paul van Geert - Talentgerichte ontwikkeling op de basisschool

3.3 Dynamisch denken over de ontwikkeling van talent

voor dat deze leerling kan uitblinken? Vergelijkingen binnen een leerling kunnen ook betrekking hebben op verschillen in de tijd. Hoe verschilt bijvoorbeeld het ta- lent van een kind op vierjarige leeftijd met datzelfde talent op zevenjarige leeftijd? Neemt dit talent toe of af? En onder welke omstandigheden gebeurt dit?

3.3 Dynamisch denken over de ontwikkeling van talent: de basisprincipes Aan het eind van hoofdstuk 2 zijn de basisprincipes van zelforganisatie en emer- gentie uit de theorie van complexe dynamische systemen beschreven. In dit hoofdstuk geven we de eerste voorzichtige toepassing hiervan op de onderwijs­ praktijk en het begrip talent. In de rest van dit boek wordt dit steeds concreter uitgewerkt. 1 Een leerproces verloopt iteratief . Dit betekent dat de uitkomst van de vorige toestand de oorzaak van de volgende toestand is. Elk gedrag is het gevolg van het gedrag op een moment eerder. En elk gedrag veroorzaakt het gedrag op het volgende moment. Het is belangrijk dat elke stap (iteratie) in een tijdreeks het gevolg is van alle voorgaande interacties in het hele systeem. In figuur 3.1 is dit eenvoudig weergegeven als de interacties tussen een leerling en een leer- kracht. Het resultaat van de ene stap in het netwerk is weer het startpunt voor de volgende. Dit klinkt simpel, maar door deze keten aan invloeden is het eindpunt ook deels onvoorspelbaar. Oorzaak en gevolg liggen niet op voorhand vast. Het ene moment kan iets een andere invloed hebben dan op een ander moment. Dat ligt aan alle invloeden die tegelijk spelen. Zo kan een instructie op het ene moment een heel gunstig effect hebben (bijvoorbeeld omdat deze precies aansluit bij wat het kind op dat moment wil weten) en op het andere moment juist een remmend effect hebben (omdat het kind bijvoorbeeld is afgeleid door iets anders dat het veel interessanter vindt). 2 Door de herhaalde stappen – de iteraties – kan er een overgangstoestand ontstaan waarin het systeem zichzelf ‘herorganiseert’. Dit wordt een transitie genoemd. Bijvoorbeeld: doordat een leerling veel sommen van een bepaald niveau heeft gedaan en de uitkomst daarvan heeft bijgedragen aan telkens weer een nieuwe oplossing van een volgende som, kan deze leerling in begrip een niveau omhoog zijn gegaan. Eerst rekende het kind met behulp van tellen, maar door de vele herhalingen kan het kind dit nu ook deels uit het geheugen en gaat het ineens veel sneller. De basismechanismen zijn:

67

Made with