Mariët Hermans - Schrijven met effect
4 Houd de zinsstructuur eenvoudig 4.1 Zinnen in de tang genomen
55 55 55 58 58 59 60 61 62 63 63 67 67 67 69 70 70 71 72 79 79 80 81 84 84 87 87 87 87 88 93 94 94 95 97
4.1.1 Wanneer voelen zinnen zich in de tang genomen?
4.1.2 Waarom zijn tangconstructies moeilijk? 4.1.3 Hoe kun je zinnen uit de tang halen?
4.1.4 Advies voor de praktijk
4.2 Standaardwoordvolgorde en inversie 4.2.1 Wat is het effect van inversie?
4.2.2 Inversie door middel van vragende zinnen
4.2.3 Advies voor de praktijk
4.3 Logische woordvolgorde
5 Formuleer actief en persoonlijk
5.1 Actief formuleren
5.1.1 Hoe zien de actieve en passieve vorm eruit? 5.1.2 Wat is het effect van de passieve vorm? 5.1.3 De passieve vorm is soms op zijn plaats
5.1.4 De passieve vorm omzeilen 5.1.5 Advies voor de praktijk
5.2 Persoonlijk formuleren
6 Vervang zelfstandige naamwoorden door beeldende werkwoorden 6.2 Hoe zit de naamwoordstijl ‘technisch’ in elkaar? 6.3 Wat is het nadeel van de naamwoordstijl? 6.4 Wat is het effect van de naamwoordstijl op de lezer? 6.1 Wat is de naamwoordstijl?
6.5 Advies voor de praktijk
7 Formuleer beeldend en positief
7.1 Beeldend formuleren
7.1.1 Wat is beeldend formuleren?
7.1.2 Waarom moeten we beeldend formuleren?
7.1.3 Hoe kun je beeldend formuleren?
7.1.4 Advies voor de praktijk
7.2 Positief formuleren
7.2.1 Wat zijn zinnen met ontkenningen?
7.2.2 Waarom is het beter ontkenningen te vermijden?
7.2.3 Advies voor de praktijk
Made with FlippingBook - Online Brochure Maker