Peter C.A.M. den Boer - Eigen kracht

Inleiding

Wetenschappelijk onderzoek naar medicijnen en onderzoek naar cognitieve ge dragstherapie voor de behandeling van psychiatrische klachten hebben samen de tweede helft van de vorige eeuw gedomineerd; een lobby om de eerste plaats. Onpartijdig onderzoek met de hoogste standaard voor vergelijkend onderzoek door een groot internationaal gezelschap van vooraanstaande wetenschappers, verenigd in The Cochrane Library, heeft nuancering gebracht: gesprekstherapie doet niet onder voor medicijnen. Therapie heeft zelfs het voordeel dat de cliënt anders leert omgaan met psychische klachten, een effect dat bij medicatie niet optreedt. Het is begrijpelijk dat de kans op terugval met therapie dan kleiner is. In de richtlijnen voor behandeling van angst en depressie heeft gespreksthera pie dan ook de voorkeur boven medicatie (Van Balkom et al., 2013; Spijker et al., 2013). Cognitieve gedragstherapie (CGT) is een gestructureerde behandel methode. Maar andere gestructureerde behandelingen, zoals kortdurende psy choanalytische steunende psychotherapie, geven evenveel kans op een goed be handelresultaat (Driessen et al., 2013); en dit blijkt voor meerdere therapieën te gelden (Rijnders & Heene, 2010). De controverse over de vraag welke therapie de beste resultaten geeft, lijkt geleidelijk te zijn geslecht. Korte gestructureerde therapieën geven een vergelijkbaar resultaat. Duidelijkheid voor de cliënt, de structuur van de therapie en de kwaliteit van het contact zijn doorslaggevend voor een goed resultaat, ongeacht de ernst van de klacht, maar dit geldt alleen bij voldoende eigen kracht van de cliënt. Eigen kracht Eigen kracht is nodig om van therapie te kunnen leren. Een cliënt moet gemo tiveerd zijn, probleeminzicht hebben, en initiatief nemen om nieuwe vaardig heden te oefenen. Ernstig psychiatrisch lijden kan eigen kracht uiteraard on dermijnen. Bij persoonlijke stijl gaat het om de manier waarop iemand omgaat met psy chische klachten, gebeurtenissen en het contact met anderen. Dat verschilt van persoon tot persoon. De basis van persoonlijke stijl is erfelijke aanleg. Iemands stijl ontwikkelt zich in de loop van zijn leven op basis van opvoeding, cultuur, positieve ervaringen en trauma’s. Er ontstaan patronen van herhaling in emotie, gedrag en cognitie. Cognitie heeft betrekking op het beeld dat iemand heeft van zichzelf en van de ander. De ervaringen in de kindertijd liggen ten grondslag aan iemands verdere ontwikkeling.

17

Made with FlippingBook flipbook maker