Ellen Gerrits, Mieke Beers, Gerda Bruinsma en Ingrid Singer - Handboek taalontwikkelingsstoornissen

1  Taalontwikkelingsstoornissen

lende studies naar tweetalige ontwikkeling zijn alleen kinderen geïncludeerd van wie gedacht werd dat ze beide talen minimaal 30% van hun wakkere uren aangeboden kregen (Genesee, Paradis & Crago, 2004). Dit inclusiecriterium betekent echter niet dat dit ook het doel voor families zou moeten zijn. Thor dardottir (2011) heeft onderzocht welke samenhang bestaat tussen blootstel ling en taalvaardigheid. Zij vond dat meertalige kinderen die minimaal 40% van hun wakkere uren een taal horen, op een standaardtaaltest gemiddeld dezelfde scores halen als eentalig opgroeiende kinderen op het onderdeel conceptvor ming (begrip van bepaling van tijd, ruimte en plaats gemeten met een plaatjes test), maar niet op het onderdeel actieve en passieve woordenschat. Er bestaat echter grote variatie tussen kinderen, dus hoe valide deze constatering is voor alle tweetalige kinderen valt nog te bezien. Zij zullen immers onderling ver schillen in de mate waarin en de manier waarop ze hun verschillende talen in het dagelijks leven inzetten. 1.7.2 Blootstellingsachterstand of taalontwikkelingsstoornis? Meertalige kinderen die op school voor het eerst in aanraking komen met het Nederlands, beginnen hun schoolcarrière met een achterstand. Die taalachter stand is bij hen uiteraard geen indicatie van TOS. De taalproblemen van kin deren met een blootstellingsachterstand zijn gewoonlijk van tijdelijke aard. Zij kunnen de basisprincipes van het Nederlands onder gunstige omstandigheden in twee jaar onder de knie krijgen, al zullen veel kinderen er drie tot vijf jaar over doen om hun achterstand helemaal in te lopen (Blumenthal, 2009, 2012; Gerrits & Van Niel, 2012). Kinderen die na hun zesde verjaardag beginnen met het leren van een nieuwe taal hebben vijf tot zeven jaar nodig om die taal vol ledig te leren beheersen (Cummins, 2000). Dit proces verloopt, zoals hiervoor al werd besproken, het snelst wanneer ze hun moedertaal goed hebben leren spreken. Meertaligheid is geen oorzaak van een verstoorde taalontwikkeling en houdt TOS evenmin in stand. Tweetalige kinderen met TOS aan wie beide talen in voldoende mate worden aangeboden lijken geen extra belemmeringen te on dervinden door de meertalige context waarin ze opgroeien (Julien, 2008). Meertalig opgroeien brengt naast praktische voordelen, zoals vloeiend kunnen communiceren in verschillende talen en betere kansen op de arbeidsmarkt, wellicht ook cognitieve voordelen mee, zoals het beter kunnen negeren van niet-relevante informatie, het beter kunnen uitvoeren van taken waarbij twee dingen tegelijk gedaan moeten worden, en zelfs een vertraging van dementie (Alladi et al., 2013; Bialystok, Craik & Freedman, 2007).

44

Made with FlippingBook - Online catalogs