Ellen Gerrits, Mieke Beers, Gerda Bruinsma en Ingrid Singer - Handboek taalontwikkelingsstoornissen

1.6  Oorzaken van taalontwikkelingsstoornissen

& Conti-Ramsden, 2008). Uit de longitudinale studie van Clegg, Hollis, Ma whood en Rutter (2005) blijkt dat mannelijke dertigers die als kind de diagnose receptieve TOS hadden gekregen, nog steeds taalzwak waren en minder suc cesvol in het aangaan van sociale relaties (minder vrienden en vaker geschei den) dan leeftijdgenoten met dezelfde achtergrond (neven en broers), hoewel zij evenveel behoefte hadden aan prettige sociale contacten (Wadman et al., 2008). Ook economisch-maatschappelijk presteren volwassenen met TOS min der goed: ze rondenminder vaak hun opleiding af en zijn vaker langdurig werkloos (Johnson, Beitchman & Brownlie, 2010; Clegg et al., 2005). Op basis van de hiervoor genoemde studies kan worden geconcludeerd dat TOS negatieve gevolgen heeft voor de ontwikkeling en het welbevinden, zowel in de kindertijd als later in het leven. TOS leidt tot grote beperkingen voor de maatschappelijke participatie van het individu. samenvatting TOS heeft negatieve gevolgen voor de gehele ontwikkeling van het kind. De taalproblemen leiden tot lees- en leerproblemen en daardoor tot verminderd schoolsucces. Bij kinderen met TOS komen stoornissen in het gedrag en het sociaal-emotioneel functioneren vaker voor dan bij kinderen zonder TOS. Uit beoordelingen door ouders blijkt dat TOS een negatieve invloed heeft op de kwaliteit van leven van het kind. In de definitie wordt gesteld dat TOS een neurobiologische ontwikkelings stoornis is van genetische oorsprong (zie paragraaf 1.1.1). Over die genetische oorzaak is men het in het algemeen eens. Er is ook consensus over de neurobio logische oorzaak, maar wat er precies misgaat in het brein, is ondanks de hui dige technische mogelijkheden om functies en anatomische eigenschappen van het brein zichtbaar te maken nog onduidelijk. Sommige verklaringsmodellen proberen de symptomen van TOS (taalgedrag) te verklaren uit onderliggende cognitieve stoornissen. De neurobiologische verklaring voor het ontstaan van TOS en de neurocog nitieve en linguïstische modellen worden in deze paragraaf besproken. Als ka der wordt het oorzakelijk model voor ontwikkelingsstoornissen van Bishop en Snowling (2004) gebruikt (zie figuur 1.1). Oorzaken van taalontwikkelingsstoornissen Ellen Gerrits

1.6

33

Made with FlippingBook - Online catalogs