Adrie Meijer - Praktisch woordenboek Zweeds-Nederlands
19
Dit geldt ook voor trefwoorden van een verschillende woordsoort. Bijvoorbeeld:
1 nej interj nee • jobbar du i morgon? - ~ , jag har ledigt! werk jij morgen? -nee, ik ben vrij!, ~ men vad roligt! nee maar wat leuk! 2 nej n s (-et;--) afwijzing (-en), nee n • ett bestämt ~ een stellig nee In bepaalde gevallen kan het moeilijk zijn erachter te komen wat de grondvorm van een bepaald woord is. Dat geldt onder andere voor werkwoorden met een onregelmatige vervoeging en bijvoeglijke naamwoorden met een onregelmatige vergrotende trap. Deze onregelmatige vormen zijn opgenomen als zelfstandige trefwoorden met verwijzing naar de grondvorm van het woord. Bijvoorbeeld:
lät → låta sämre, sämst → dålig
Wanneer een trefwoord op twee verschillende manieren gespeld kan worden, staat de variant tussen haken na de eerste vorm. Bijvoorbeeld:
sjyst , ( schyst ) adj (--,-a) goed (-e), rechtschapen (--)
Hetzelfde geldt voor afkortingen.
Tussen accolades staat – cursief gedrukt – informatie over vakgebied. De gebruikte afkortingen zijn:
{ astrol }
sterrenbeeld
{ biol } { bot }
biologie
plantenrijk
{ comp } { foto } { fys } { hand } { kem } { ling } { mar } { mat } { med } { mil } { mus } { jur }
computerterm
fotogra fi e
natuurkunde
handel
rechtspraak scheikunde taalkunde
zeevaart wiskunde
geneeskunde militaire term
muziek politiek
{ pol } { rel } { spel } { tek }
godsdienst spel/sport
techniek
Made with FlippingBook - Online magazine maker