Marianne Verhallen en Ruud Walst - Taalontwikkeling op school
1 Taalontwikkelende interactie: eennieuwperspectief
standswijk en voor onze kinderen zijn de leerboekjes gewoon veel temoeilijk. U kunt wel zeggen: alle onderwijs is taalonderwijs, nou, ga er maar aan staan op deze school.’ (schoolleider) Citaten als dezemakenduidelijk dat taal vaak als struikelblokwordt ge- zien. In elke groep blijken kinderen te zitten diemoeite hebbenmet het Nederlands. Zij hebben een extraduwtjenodig. Er zijn zelfs kinderendie aan zo’n duwtje alleen niet genoeg hebben: zij hebben behoefte aan een permanente en stevige ruggensteun. Uiteindelijk is taal de belangrijkste factorvoor succesop school. KinderendiehetNederlandsmindergoedhanterenzijnslechtafomdat taal zo’ncentraleplaats inneemt inhetonderwijs.Rekenen, geschiedenis, aardrijkskunde, biologie, noemmaarop, er isgeenvakof erkomt taal aan tepas. Voormeertaligeen taalzwakke leerlingengeeftdatmoeilijkheden. Ze snappen een instructieniet, zebegrijpeneenuitlegmaar half, zekun- neneen tekst niet helemaal doorgrondenenhet beantwoordenvan lasti- gevragen ishelemaal eenprobleem. Zoworstelenzezich inde les steeds weer door een brij heen van gesproken en geschreven taal die ze niet of onvoldoendebeheersen. Het is dus niet zo vreemd dat leerkrachten en leerlingen taal vaak als problematisch ervaren. Taalleren is dan geenuitdagende, speelse aange- legenheid,maareenmoeilijk (somszelfsonoverkomelijk)probleem. (On- der leerkracht(en) verstaanwe inhet vervolg ook leidster(s) voor zover dezeniet apart genoemdworden.) Als leerkrachtwil je taalzwakkerekinderennatuurlijkhulpbieden.Maar hoe geef je de noodzakelijke ruggensteun? Je probeert onbekendewoor- den te verduidelijken enmoeilijke begrippen uit te leggen. Als je denkt datdekindereneen tekstniet zelfstandigkunnen lezenenbegrijpen, lees je hem zelf maar voor, of je laat stukken tekst weg en vertelt in je eigen woordenwaar het om gaat. Op diemanier probeer je de taal beter af te stemmenophetniveauvandekinderen. Técryptischevragenenoefenin- gensla jeover. Jeprobeertde taligestruikelblokken teontwijkenof ruimt zeuit deweg. Alsdeklasaanhetwerk is, bied jeextrahulpaandekinde- ren die iets niet begrijpen of kunnen verwoorden. Je helpt kinderen die gestruikeld zijn over taalhobbelsweer op de been! Ondanks al die extra inspanningenkrijg jenooithet gevoel dat erwezenlijk ietsverandert.Het voelt alsof je achter onoplosbare problemen aanholt. Maar dat betekent nietdatal jouw inspanningenoverbodigzijn. Integendeel,dekinderenom wiehet hiergaat kunnenniet zonder jouwhulp. Het betekentwel dat het hiermeestal omhulp achteraf gaat: de kinderen zijn eigenlijk al gestrui- keldenachteropgeraakt. Jeprobeert steedsdepijn teverzachtenmet een zalfjeof eenpilletje.
12
Made with FlippingBook - Share PDF online