Oedzge Atzema, Ton van Rietbergen, Jan Lambooy en Sjef van Hoof - Ruimtelijke economische dynamiek

Voorwoordbij dederde, herzienedruk

De wereldeconomie verkeert in een bijna permanente staat van turbulentie. Banken fuseren en worden weer opgesplitst. Vroegere ontwikkelingslanden nemen een steeds groter deel van dewereldhandel voor hun rekening. Inno vaties drukkende ene bedrijfstak inhet defensief en zorgen voor eenopbloei van de andere. De Europese economische integratie stagneert en er worden zelfs steeds grotere vraagtekens geplaatst bij deEU enhaar steeds verdereuit breiding. De economische geografie kan als empirische, toegepastewetenschaphelpen de economische turbulentie teverklaren.Ofschoonde economischegeografie haar wortels heeft in de negentiende eeuw is de wetenschap bepaald niet stil blijven staan. Economisch geografen hebben zich het afgelopen decennium beziggehoudenmetglobaliseringsvraagstukken, institutioneleverschillen tus sen regio’s en de ruimtelijke evolutie van bedrijfstakken en hun geluidwordt steedsmeer gehoord. Dit boek beoogt studenten en andere geïnteresseerden een actuele ingang te bieden naar de economische geografie. Het boek is nadrukkelijk bedoeld als een inleiding,maar de literatuurlijst biedt een aardige staalkaart vande stand van zaken. Tenopzichte vande tweededrukdie in2002verscheen, zijn zowel dehoofdstukindeling alsdebehandeldeonderwerpen ingrijpendveranderd. Het boek is verdeeld in twee delen. Na het inleidende hoofdstuk over de relatie tussen de economische geografie en de economische wetenschap vol gen vier hoofdstukken die vanuit verschillende perspectieven naar het loca tievraagstuk kijken: wat zijn de beweegredenen voor bedrijven om voor een vestigingsplaats te kiezen?De volgende vier hoofdstukkenhebbenmet elkaar gemeen dat ze regio’s en landen als centraal thema hebben: hoe ontstaan de economischeverschillen tussengebieden enhoekun je zemet elkaar vergelij ken? Zowel dehoofdstukkenmetdebedrijfsmatige invalshoekalsdehoofdstukken met de regionale invalshoek hebben dezelfde opbouw. Het tweede hoofdstuk behandelt het (neo)klassieke perspectief. Het derde hoofdstuk hanteert een behaviourale ingang. Het vierde hoofdstuk is ingekaderd vanuit het institu tionele perspectief (hoe zijn bedrijfstakken c.q. regio’s georganiseerd) en ten slottevolgthet evolutionaireperspectiefdatde laatste jarenaaneen sterkeop mars inde economischgeografische literatuur is begonnen.

Made with FlippingBook - professional solution for displaying marketing and sales documents online