Vreemde talen in het basisonderwijs + Amy Klipp

1.6 • Het professionele gesprek

concrete, interactieve situaties nodig hebt. Een voorbeeld hiervan is de taal die je thuis gebruikt om over je dag te vertellen. De taalvaardigheid die nodig is voor het formelere taalgebruik heet Cognitieve Academische Taalvaardigheid (CAT). CAT wordt gebruikt om schoolse taken en vaktaal te verwoorden. CAT is abstracter, compacter en cognitief complexer dan DAT (Schrijfgroep LPTN, 2017). Wil een NT2-leerling succes hebben op school, dan is er over langere tijd expliciete aandacht nodig voor de ontwikkeling van de CAT-woordenschat (zie hoofdstuk 8 voor meer informatie over DAT en CAT). De woordenschatontwikkeling van NT2-leerlingen is een jarenlang proces. Leer lingen die Nederlands als moedertaal spreken, hebben een bepaalde basis van Ne derlandse DAT-woorden die bij de NT2-leerling ontbreekt. Daardoor kunnen zij hun aandacht makkelijker richten op de CAT-taal die de leerkracht gebruikt. Leerlingen die Nederlands als tweede taal spreken, hebben de taak om zowel de DAT- als de CAT taal te leren. In de eerste jaren speelt de moedertaal een belangrijke rol in het leren van de stof, totdat hun Nederlands toereikend is om de stof direct te begrijpen zon der dat ze een vertaalslag via de moedertaal moeten maken. In latere jaren doen ze dit vooral vanuit de verschillende vakgebieden. Het is altijd belangrijk om expliciete aandacht te besteden aan de woordenschatontwikkeling van leerlingen, maar voor de NT2-leerling is het dus des te belangrijker (Schrijfgroep LPTN, 2017). Vreemdetaalverwerving op school heeft overeenkomsten met het NT2-onderwijs in die zin dat er op school een taal geleerd wordt die thuis niet wordt gesproken en dat er op structurele wijze taallessen worden vormgegeven. Een belangrijk verschil ech ter is dat de vreemde taal veel minder aan bod komt; vaak maar één uur per week. In tegenstelling tot NT2-leerlingen gebruikt de leerling de vreemde taal veelal alleen tijdens de les, en af en toe buiten schooltijd. De NT2-leerling gebruikt het Nederlands heel de schooldag door en krijgt zo constante input en meer tijd om de taal te oefe nen. Het gaat in beide gevallen om een actief, bewust proces. Bij alle drie de vormen van taalontwikkeling – moedertaalverwerving, vreemdetaal ontwikkeling en NT2 – zijn drie ‘taalgroeimiddelen’ nodig (Schrijfgroep LPTN, 2017): » Er moet een begrijpelijk en rijk taalaanbod zijn, zowel gesproken als geschreven. » Er moet gelegenheid zijn om de taal actief te gebruiken, zowel gesproken als ge schreven. » Er moet leerzame feedback op de taaloutput zijn.

1.6 Het professionele gesprek

In dit eerste hoofdstuk is het onderwerp taal uitvoerig besproken, en is de visie van de auteur over goed vreemdetalenonderwijs aan bod gekomen. Hoe zie jij dat? Is er

25

Made with FlippingBook - Online catalogs