Sebastiaan Dönszelmann e.a. - Handboek vreemdetalendidactiek
1.2 • Wanneer lukt het?
DEEL 1 Vertrekpunten
ke praktijk van alledag. Scholen zijn bovendien een prikkelrijke plek waardoor het lastig is om je er als professional te ontwikkelen; docenten komen er mogelijk maar moeizaam in contact met onderzoek of ontwikkelwerk, ze hoeven niet vaak didac- tische verantwoording af te leggen en de nadruk ligt er op het primaire onderwijs- proces, waarin gesloten-modus-denken het al snel wint van een open houding, en de leergang en het examenprogramma leidend zijn.
1.2 Wanneer lukt het?
Nu we in het vizier hebben waarom didactische ontwikkelingen het klaslokaal niet altijd bereiken, wordt het hoog tijd om ook te kijken naar manieren waarop dat wel lukt. Gelukkig zijn er veel voorbeelden van geslaagde onderwijskundige ontwik- keling. Denk aan vernieuwingsscholen in Nederland, aan de opkomst van scholen waar wereldburgerschap centraal staat, technasia (vmbo-vwo) voor geëngageerde exactelingen of tto-scholen (vmbo-vwo) waar taal en interculturele aspecten ex- tra aandacht krijgen. Denk ook aan lerarenopleidingen waar tto-modules of mo- dules vernieuwend onderwijs op het programma staan, of aan de lerarenbeurzen en DUDOC-alfa-beurzen (waarmee talendocenten didactisch promotieonderzoek doen, vaak in nauwe samenwerking met collega’s; mogelijk gemaakt door het Mi- nisterie van OCW/Duurzame Geesteswetenschappen). En vergeet Esmée niet, die stage loopt op een reguliere scholengemeenschap waar men openstaat voor didac- tische ontwikkelingen. Hoe komt het dat de transfer van theorie naar praktijk daar wel kan plaatsvinden? En welke rol kunnen docenten (in opleiding) daarin hebben? Het antwoord op die vraag luidt eigenlijk vrij simpel: professioneel bewustzijn. Om deze stelling te onderbouwen en van praktische handreikingen te voorzien be- ginnen we bij de stages of competence (ontwikkeld in de jaren zeventig door Noel Burch en sindsdien in vele publicaties gebruikt) gevolgd door eisen aan docenten (in opleiding), eisen aan opleiding en didactiek en, tot slot, eisen aan werkplekbege- leiders, schoolcontext en curriculum.
1.2.1
Professioneel bewustzijn
Stages of competence is een veelgebruikt model om leerprocessen te duiden. Het komt hierop neer: helemaal aan het begin van een leerproces weten leerders nog niet wat zij niet weten. Beginnen leerders eenmaal te leren, dan merken zij onbe- kwaamheid. Ze worden zich ervan bewust iets niet te kunnen, wat een onprettig gevoel kan opleveren. Daarna leren zij van alles en bemerken ze hun groeiende be- kwaamheid. En als het geleerde uiteindelijk routineus wordt ingezet, volgt de onbe-
45
Made with FlippingBook - Online catalogs