Petra Poelmans en Olav Severijnen - De APA-richtlijnen

4 De literatuurlijst

In de vorige hoofdstukken werd ingegaan op de vorm van je verslag. In dit hoofdstuk kijken we naar de vorm van de literatuurlijst. In de literatuurlijst vind je alle bronnen terug die je hebt geraadpleegd voor je onderzoek en waarnaar je verwijst in je onderzoeksverslag. De literatuurlijst wordt ook vaak de bibliografie of de referentielijst genoemd. Hoewel vaak ook naar niet-papieren bronnen wordt verwezen (denk aan film, muziek, digitale bronnen), gebruiken we de term die het meest voorkomt: literatuurlijst. Bij het samenstellen en verwerken van de literatuurlijst kun je gebruik- maken van programma’s als EndNote, RefWorks en Referencemanager. Deze programma’s geven de literatuurlijst automatisch de gewenste stijl en vorm. Ook in Word kun je de literatuurlijst automatisch aanmaken. In paragraaf 4.1 wordt ingegaan op de opbouw van de literatuurlijst. In para- graaf 4.2 worden de verschillende elementen van de bron die je moet opne- men nader bekeken. Paragraaf 4.3 geeft inzicht in het verwerken van digitale bronnen en in het DOI-systeem. In paragraaf 4.4 ten slotte vind je voorbeel- den van bronnen die je mogelijk zult gaan gebruiken. 4.1.1 Lay-out Je onderzoeksverslag schrijf je om de lezers op de hoogte te stellen van je on- derzoek. Je geeft weer wat je gedaan hebt en maakt duidelijk op welke bron- nen je je hebt gebaseerd. In de literatuurlijst geef je precies aan naar welke bronnen je in je tekst hebt verwezen. De lezer kan jouw literatuurlijst als naslagwerk gebruiken of als inspiratiebron voor zijn eigen literatuurstudie. Het is daarom belangrijk dat je de bronnen op een overzichtelijke manier weergeeft. Elke verwijzing in de literatuurlijst bevat in elk geval de volgende ele- menten: auteur(s), jaar van publicatie, titel en vindplaats (bijvoorbeeld de

4.1 Opbouw van de literatuurlijst

83