Peter Ale & Martine van Schaik - Reken-wiskundeactiviteiten stimuleren in de groep

Figuur 4.3 Getallen en dobbelstenen Hoeveelheidsbegrip stimuleren Pas als een kind in de gaten heeft dat het cijfer dat het bij het tellen als laatste noemt ook de hoeveelheid is, spreken we van ‘hoeveelheidsbegrip’. Door de te tellen objecten te structureren kan er sneller geteld worden, waardoor eerder inzicht ontstaat in de hoeveelheid. De dobbelsteenaanduiding is een voorbeeld van een bekende gestructureerde verschijning van de getallen één tot zes (het zijn getallen omdat er een hoeveelheid bij hoort). De stippen op iedere kant van de dobbelsteen zijn zo weergegeven dat het getalbeeld snel herkend wordt. Het getalbeeld wordt op een gegeven moment bekend als ‘vijf’. Een ander voorbeeld is de hand in figuur 4.4 met het getalbeeld van het getal acht. Kleuters moeten uitgedaagd worden alle hoeveelheden tot tien zonder te tellen snel te kunnen overzien (dit heet ‘globale perceptie’), en hoeveelheden tot twintig snel te kunnen bepalen door zelf een structuur aan te brengen. Dit kan door de hoeveelheid bijvoorbeeld in rijen van twee, vijf of tien te structureren, aangezien zo’n hoeveelheid snel is te overzien. Vervolgens kun je het tellen met sprongen functioneel inzetten om de totale hoeveelheid te bepalen. Om deze reden is het van belang dat kleuters tijdens het tellen vooral ook leren hoe ze grote hoeveelheden kunnen structureren. Daag hen gerust ook uit met een grote pot knikkers, pepernoten, munten of iets dergelijks om te tellen. Ze zullen al snel ontdekken dat één voor één tellen wel erg lang gaat duren. Dat is dan een uitgelezen kans om deze kleuters te stimuleren het anders aan te pakken.

Figuur 4.4 Het getalbeeld van het getal acht

[voorbeeldkader]

Made with FlippingBook flipbook maker