John Bassant en Marianne Bassant-Hensen (red.) - Mensenwerk

3 Ouderen

Om te voorkomen dat mantelzorgers structureel worden overbelast, is ondersteuning van mantelzorgers een steeds belangrijkere taak voor het sociaal werk. In de thuissituatie zal steeds meer huishoudelijke hulp, persoonlijke verzorging en verpleging nodig zijn, tot het moment dat volledig zelfstandig wonen, ook met veel zorg aan huis, niet langer mogelijk is. Dan is opname in een kleinschalige, beschutte woonvorm, een verzorgings- of een verpleeghuis de enige resterende mogelijkheid. 3.6 De wijk als vindplaats van vragen én kansen Na het lezen van dit alles vraag je je misschien af waar je als sociaal werker de doelgroep ouderen vooral zult tegenkomen. Werd het in de jaren zestig van de vorige eeuw nog volstrekt normaal gevonden dat mensen na hun vijfenzestigste naar een ‘bejaardenoord’ gingen, tegenwoordig is ‘oud worden in de wijk’ de norm, ook voor ouderen met veel be- perkingen. Ook al kunnen niet alle problemen op wijkniveau worden opgelost, de buurt, de wijk, het dorp worden steeds meer het milieu waarbinnen het sociaal werk georga- niseerd en gerealiseerd wordt. Ouderen zijn vaak erg gehecht aan de buurt waarin zij wonen. Ze wonen er meestal al een lange tijd en hebben er een netwerk van sociale con- tacten opgebouwd. Ze hebben kennis van de omgeving, kunnen deelnemen aan het ver- enigingsleven en weten welke activiteiten er te doen zijn. Ze hebben veel herinneringen aan de buurt. Als op hoge leeftijd de mobiliteit afneemt, is de directe woonomgeving een steeds belangrijkere component in hun leefwereld. Sociaal werkers in de wijk kunnen professionals zijn die hun taken vervullen vanuit de zorg, zoals wijkverpleegkundigen en zorgcoördinatoren, vanuit samenlevingsopbouw, zoals sociaal-cultureel werkers en op- bouwwerkers, of vanuit individuele hulp- en dienstverlening, zoals algemeen maatschap- pelijk werkers, psychologen en geestelijk verzorgers (Scholte & Sprinkhuizen, 2014). Veel- al werken deze professionals in sociale wijkteams, of zij werken daarmee samen. Enerzijds hebben zij gemakkelijk toegang tot specialistische zorgverleners zoals artsen, geriaters en ouderenadviseurs. Anderzijds hebben zij zicht op kansen, gekoppeld aan onderlinge verbanden van ouderen, hun persoonlijke netwerken, netwerken in de buurt en andere ‘vindplaatsen’ van sociale kracht, zoals de kerk, de sportvereniging, de sociëteit, de straat. Ook specialistisch werkende professionals Het wijkgericht werken kent ook zijn beperkingen. Het is geen silver bullet voor elk menselijk probleem of elke maatschappelijke tekortkoming waarmee ouderen worden geconfronteerd. Ook de meer specialistisch werkende professional, zoals de Wmo-con- sulent, de huisarts, de vrijwilligerscoördinator, de wijkagent, de diaconaal werker, de kwartiermaker ggz, de gebiedscoördinator van de woningcorporatie, de hrm-professi- onal en de re-integratiecoach zien in hun praktijk steeds meer mensen ouder worden.

72

Made with FlippingBook - Online magazine maker