John Bassant en Marianne Bassant-Hensen (red.) - Mensenwerk

2 Kinderen, jongeren en hun ouders

In 2015 is de nieuwe Jeugdwet in werking getreden. Onder die nieuwe wet zijn de gemeenten verantwoordelijk voor het hele jeugddomein: het preventief lokaal jeugd- beleid en de ‘geïndiceerde jeugdzorg’, de geestelijke gezondheidszorg voor jeugdigen, de jeugdbescherming en jeugdreclassering en de zorg voor kinderen en jongeren met een verstandelijke beperking. Door al deze vormen van jeugdhulp in één wet onder te brengen, is het begrip jeugdhulp verbreed en is het mogelijk geworden om – letterlijk – integrale jeugdhulp te bieden. Door meer in te zetten op preventieve jeugdhulp en door uit te gaan van de eigen mogelijkheden en de eigen kracht van ouders, kinderen en mensen in hun omgeving, hoeft minder gauw een beroep te worden gedaan op zwaardere (en duurdere) vormen van gespecialiseerde hulp en kan medicalisering worden teruggedrongen. 3 Wet maatschappelijke ondersteuning De Wmo van 2015 legt de gemeenten op om sociale samenhang en zelfredzaamheid te bevorderen. Mensen moeten in principe zo lang mogelijk zelfredzaam blijven. De Wmo verplicht de gemeente te onderzoeken hoe de situatie is van mensen die zich melden met een ondersteuningsvraag. Sociale wijkteams kunnen daarbij worden ingezet.

In de ondersteuning van ouders en kinderen hebben gemeenten volgens de Wmo de volgende taken:

ą ą informatie en advies geven (opvoedingsondersteuning); ą ą problemen bij het opgroeien en opvoeden signaleren; ą ą zorgen dat kinderen en ouders de juiste hulp krijgen; ą ą pedagogische hulp bieden; ą ą coördineren en afstemmen van zorg voor de jeugd en de ouders.

De AMK’s, die we hiervoor noemden, zijn samengegaan met de Steunpunten Huiselijk Geweld. Samen vormen zij nu de Advies- en Meldpunten Huiselijk Geweld en Kinder- mishandeling: de AMHK’s, ook wel Veilig Thuis genoemd. Er zijn 26 AMHK’s gevormd. Hun taken en bevoegdheden zijn deels in de Jeugdwet, deels in de Wmo 2015 vastge- legd. 4 Wet passend onderwijs Kinderen zijn niet alleen leerplichtig, zij hebben ook recht op onderwijs en op een plek op een school die past bij hun kwaliteiten en ontwikkelmogelijkheden. Dat kan de school zijn waar de ouders hun kind hebben aangemeld, of een andere reguliere school of een school voor speciaal onderwijs. In 2014 is de Wet passend onderwijs van kracht geworden. Die legt een zorgplicht bij scholen: scholen moeten ervoor zor- gen dat het kind passend onderwijs krijgt. Scholen gaan daarvoor samenwerkings- verbanden met elkaar aan, die gezamenlijk plannen maken voor leerlingen die extra ondersteuning behoeven. Die plannen hebben ook betrekking op leerlingen die thuis zitten en geen onderwijs krijgen.

54

Made with FlippingBook - Online magazine maker