John Bassant en Marianne Bassant-Hensen (red.) - Mensenwerk

1 De praktijk van het sociaal werk

meer naar zal gedragen en gaandeweg passiever en hulpbehoevender wordt. Zo houdt de hulpverlening zichzelf gemakkelijk in stand, en dat kan niet de bedoeling zijn. Sociaal werkers zijn primair ondersteuners van de cliënt. Het is de bedoeling dat de cliënt zo veel mogelijk zelf de problemen aanpakt en in ieder geval de regie houdt over wat er met of voor hem gebeurt. Het is dan ook niet gewenst cliënten in je eigen privésfeer toe te laten of deel uit te gaan maken van het (privé)leven van je cliënten. Ook hier is enige afstand houden gewenst ten behoeve van de autonomie van cliënten. Zo gauw werk- en privésfeer door elkaar gaan lopen, doemen er allerlei problemen op, die bijna allemaal te maken hebben met afhankelijkheid. 1.5 De organisatorische context In het sociaal werk is de cliënt zelden de opdrachtgever. Hij komt meestal via instanties in contact met een sociaal werker, die doorgaans in dienst werkt van een organisatie. Die organisatie legt vaak een manier van werken op, met allerlei procedures en protocollen. Het is soms moeilijk te zien dat die in het belang van de cliënt zijn en niet slechts de organisatie dienen (administratie, verslagen, vergaderingen!). En het kan voorkomen dat je iets moet doen dat naar jouw mening niet in het belang van de cliënt is. Bijvoorbeeld wanneer je een uitgeprocedeerde en ongedocumenteerde asielzoeker naar een uitzet- centrum moet verwijzen of wanneer je een cliënt in een separeercel moet plaatsen. Zo kunnen de procedures en protocollen op gespannen voet staan met je eigen inzichten. Realiseer je bij alle ongemak dat je de organisatie nodig hebt om je werk te kunnen doen. En dat je de organisatie kunt beïnvloeden, welke positie je ook hebt. Beschouw jezelf niet alleen als een uitvoerder van het beleid, maar ook als een professional die een bijdrage levert aan de cliëntgerichtheid van de organisatie. Dat geldt natuurlijk vooral voor de meer ervaren sociaal werkers, maar het is goed daar van begin af aan oog voor te hebben. Veel organisaties rekenen daar ook op. Werken in teamverband Sociaal werk is bijna altijd teamwerk. Lid zijn van een team betekent dat je je werk niet in je eentje hoeft te doen. Het team is de basis van waaruit je werkt. In bepaalde werksoor- ten, zoals daghulp en residentiële hulpverlening, neem je het werk steeds van elkaar over. Dat vraagt een bijzondere manier van samenwerken. Maar meestal is werken in teamver- band multidisciplinair. Dat betekent dat je met verschillende disciplines samenwerkt. In een goed functionerend team ervaar je de steun van collega’s bij lastige kwesties en krijg je feedback die de kwaliteit van je werk ten goede kan komen.

30