John Bassant en Marianne Bassant-Hensen (red.) - Mensenwerk
8 Chronisch zieken en mensen met een lichamelijke of zintuiglijke beperking
Motorische beperkingen Iemand met een motorische beperking kan zijn armen of benen niet goed bewegen. Letterlijk betekent motorisch: alles wat met bewegen te maken heeft. In de categorie motorische beperkingen komen spastische verlammingen het meeste voor, waarbij in sommige gevallen de reflexen versterkt zijn en in andere juist verlaagd of afwezig, of er zijn abnormale reflexen die de dagelijkse handelingen als aankleden en eten ernstig kunnen belemmeren. In de belasting van gezinnen met kinderen met een motorische beperking weegt naast de acceptatie en de omgang het fysieke aspect vaak erg zwaar. Auditieve beperkingen Een goed gehoor is nodig voor de taalontwikkeling. Door taal kun je immers je behoef- ten verwoorden, contacten leggen, gevoelens en gedachten uitdrukken en kennis ver- garen. Doofheid is nauwelijks zichtbaar. Daarom houdt men vaak minder rekening met doven en slechthorenden, waardoor zij in een isolement kunnen raken. Slechthorend- heid ontstaat door uitval van een deel van het gehoorveld, bijvoorbeeld de hoge to- nen. Gehoorresten, hoe gering ook, kunnen worden gestimuleerd door hoortoestellen en ringleidingen. Sinds het begin van deze eeuw kunnen gehoorherstellende operaties gedaan worden. De doofheid verdwijnt daarmee niet, maar het gehoor verbetert. Dove kinderen onderwijst men al snel gebarentaal. Gebarentaal is een spreektaal. Doven die communiceren in de Nederlandse Gebarentaal (NGT), schrijven in het Nederlands. Het tijdstip waarop men doof wordt, maakt veel uit. Prelinguaal doven zijn doof geboren of werden doof voordat de spraakontwikkeling op gang kwam. Postlinguaal doven werden doof nadat hun spraakontwikkeling in gang was gezet. Zij zullen beter kunnen spreken. Via logopedie kan de spraak bij beide groepen verbeterd worden. Visuele beperkingen 3 procent van de Nederlandse bevolking heeft een visuele beperking die problemen op- levert. Je spreekt van een visuele beperking als het zicht of het zien beperkt is. Dit varieert van verminderd zicht in een of beide ogen (slechtziendheid) tot substantieel onherstel- baar zichtverlies in beide ogen (blindheid). Blinden worden over het algemeen meteen als gehandicapt herkend en behandeld. Vaak willen mensen een blinde alles uit handen nemen, waardoor afhankelijkheid op de loer ligt. Blinde kinderen moeten juist leren zich meer toe te vertrouwen aan de ruimte en ouders moeten vaak worden gestimuleerd om ze die ruimte ook te geven. Iemand die blind is ontwikkelt alleen die motorische activi- teiten die hij aandurft.
178
Made with FlippingBook - Online magazine maker